
bosbrand - door peter bügel
Onze boeren produceren gesubsidieerd veel te veel voedsel en mest. De helft van het EG-budget gaat naar de boeren en tolmuren verhinderen derde wereldlanden iets te verdienen met het verbouwen van eten.
Doordat we zoveel fossiele brandstoffen opbranden stijgt het kooldioxidegehalte in de lucht. Volgens sommige geleerden smelt de Noordpoolkap daardoor af, waardoor de warme golfstroom omkeert. Daardoor daalt straks bij ons de gemiddelde temperatuur een graad of tien, waardoor we nog meer olie en gas moeten opfikken om onze huizen warm te houden.
Gelukkig is voor deze problemen een eenvoudige oplossing. Kolen, olie en gas zijn de overblijfselen van planten. Eigenlijk is het vreemd om die uit de grond te halen, terwijl er op de oppervlakte van de aarde zoveel groeit. De gewoonte om alles met fossiele brandstoffen te doen zal later als een eigenaardigheid uit de twintigste eeuw bezien worden.
Voordien gebruikten we een derde van het landoppervlak voor de productie van brandstof en het zou verstandig zijn die gewoonte weer opnieuw in te voeren. Al onze auto’s kunnen bijvoorbeeld heel goed op alcohol rijden. Van een ton stro kun je op biologische manier 300 liter van die brandstof maken.
Al die grote electriciteitscentrales die we nu hebben zijn buitengewoon inefficiënt. Ze produceren bijvoorbeeld twee keer zoveel warmte als electriciteit. Het koelwater gaat de rivier of het kanaal in waar ze aan gebouwd zijn, omdat dat vroeger gemakkelijk was voor de aanvoer van kolen.
Kleinere houtgestookte centrales zouden bij bosrijke woongebieden gebouwd kunnen worden zodat het koelwater gebruikt kan worden voor huisverwarming. Twee ton hout geeft evenveel electriciteit als een ton gas of olie.
Volgens recente berekeningen zou Europa door het verbouwen van snelgroeiende bomen op twee derde van het land dat nu voor akkers en weiden benut wordt geheel in zijn energiebehoefte kunnen voorzien. Wanneer we de bossen die we opstoken onmiddellijk weer aanplanten nemen de groeiende jonge bomen de geproduceerde kooldioxide weer op, zodat de in de lucht aanwezige hoeveelheid gelijk blijft.
Snel groeiende bossages kunnen gemakkelijk voorzien in de hoeveelheid electriciteit die we nodig hebben. Verder zien bossen er leuker uit dan windmolens. Wanneer we ophouden de boeren te subsidieren voor het produceren van overbodig voedsel en aanmoedigen hout te gaan verbouwen zou dat verder ook gunstige effecten hebben.
Arme warme landen zouden ons weer voedsel kunnen gaan leveren in plaats van olie en gas. De EG zou zonder grote kosten uitgebreid kunnen worden. Onze afhankelijkheid van landen met vervelende regimes zou verdwijnen. De macht van de grote oliemaatschappijen zou gebroken kunnen worden. Het gemartel van varkens, kalveren en kippen zou niet meer lonend zijn.
Een echte milieu-activist zou niet met bomen moeten praten maar zich inzetten voor het in de hens jagen van zoveel mogelijk gebladerde vrienden.