eeuwige trouw - door peter bügel
Wat is romantischer dan twee zwanen, een mannetje en een vrouwtje, statig naast elkaar voortglijdend over het stille water van hun levenslange verbintenis? Net als een hele stoet andere dieren monogaam tot het eind. Zo dachten biologen vroeger dat maar liefst 94 procent van alle vogels trouw aan hun partner waren, zodat ze in eendracht de kuikens konden grootbrengen. Met de komst van de nieuwe genetische technieken is deze moreel hoogstaande wereldvisie in duigen gevallen. Zo’n 10 tot 70 procent van alle vogelkuikens blijkt een andere vader te hebben dan degene die met de wormen komt aanvliegen. Zoogdieren stonden al niet in zo’n beste reuk, maar op dit moment wordt naar schatting 2 procent monogaam geacht en het cijfer wordt steeds naar beneden bijgesteld.
Een ander, voor de traditionele bioloog schokkend feit is, dat dit schuinsmarcheren gewoonlijk op initiatief van de vrouwtjes geschiedt. Vrouwtjes van uiteenlopende diersoorten als konijnen, elanden en eekhoorns doen er alles aan om per dag met zoveel mogelijk mannetjes te paren. Voor iedere nieuwe paring wordt het grootste gedeelte van het zaad van de vorige uitgestoten, zodat ze op het eind van de dag over een mooie verzameling verschillende zaadcellen beschikken. Mannetjes pogen deze liederlijke neigingen zoveel mogelijk te verhinderen. Sommige eekhoorns jagen hun vrouwtje een hol in, waarna ze er boven op postvatten, terwijl anderen na de ejaculatie een rubberachtige substantie introjecteren, die als plug dienst doet tegen vreemd sperma. Vogels zijn wat stiekemer. De vrouwtjes proberen het vreemdgaan voor de nestpartner te verbergen.
Wanneer ze wel betrapt wordt, laat de zorg voor de jongen door de bedrogen vader nogal eens te wensen over. De vrouwtjes lijken erop uit te zijn zoveel mogelijk sperma te verzamelen van genetisch sterke mannetjes. Bij vogels scoort een glanzende verentooi hoog. Insecten hebben soms nog extremere gewoontes. Een honingbij-koningin verlaat haar korf maar één keer. Gedurende dat uitje paart ze evenwel met wel 25 mannetjes. Bij deze gelegenheid schieten de mannetjes hun complete geslachtelijke uitrusting in het vrouwtje. Hun laatste daad op aarde. Hoewel de koningin met dit sperma zo’n 4 miljoen eitjes moet bevruchten, zou daarvoor één dodelijk orgasme voldoende zijn. Haar zedeloos gedrag is klaarblijkelijk bedoeld om genetische diversiteit te garanderen. Bij zoogdieren van het losbandige soort is een grote hoeveelheid ejaculaat een voordeel bij de natuurlijke selectie. Om die reden hebben de mannetjes van soorten waarvan de vrouwtjes zich liederlijk gedragen, grote testikels. Hoe actiever de vrouwtjes zijn, hoe groter de ballen.
Biologen hebben de afmetingen van de testes bij primaten vergeleken. In verhouding tot hun lichaamsgewicht staat de chimpansee aan kop. Chimpansees leven in groepen en zijn steeds zeer promiscue in de weer. Het mannetje met de grootste ballen heeft het meeste kans op nageslacht. Gorilla’s daarentegen hebben zeker in verhouding tot hun gewicht kleintjes. Bij de gorilla’s heeft de zilvergrijze baasaap alle vrouwtjes. Zijn sperma hoeft niet te concurreren met dat van andere mannetjes.
Menselijke mannen houden het midden tussen deze neven. Vrouwen gaan een beetje vreemd en mannen proberen dat te verhinderen. Een voordeel voor mensenvrouwen is dat het verborgen is wanneer ze ovuleren. Ze gaan niet bij het raam staan miauwen. Dat maakt het moeilijk ze in de gaten te houden. Apen hebben alleen borsten als ze zogen, zodat het duidelijk is wanneer avances nutteloos zijn. De mannelijke interesse voor borsten is evolutionair dus wel begrijpelijk, ze zoeken naar aanwijzingen. Op de verkeerde plek.