krokodil - door peter bügel
Het zou kunnen zijn dat er parallellen zijn tussen de biologische evolutie van Darwin en een culturele bij de mens. Een van de opvallende kenmerken van de Darwinistische evolutie is dat deze zich gedraagt als een vrek. Elke verkregen bezitting wordt gekoesterd, niets mag ooit weg. Het huis van de vrek staat naarmate hij ouder wordt steeds voller met spullen van vroeger. Zo heeft een walvis diep in zijn speklaag nog rudimentaire pootjes, als herinnering aan de tijd dat hij nog op het land vertoefde. Volgens sommige geleerden kunnen we zelf nog bogen op stukken brein uit de tijd voordat zulke walvissen hun naam eer aandeden. Ook hebben we nieuwere stukken hersens gemeen met andere zoogdieren.
Het nieuwste stuk, de cortex, verzint al deze theorieën. Volgens wijlen Piet Vroon zitten we nu opgescheept met een krokodil en een paard in ons hoofd, dieren die weinig met elkaar te bespreken hebben en ook niet bekend staan om hun begrip voor de kroon der schepping. Het krokodillenbrein, de hersenstam, regelt onder andere honger en seks, het limbische systeem van het paard ons gevoelsleven en de neocortex denkt er het zijne van. Het is niet verwonderlijk dat mensen soms in de war zijn omdat ze behoeftes hebben die onverstandig zijn en gevoelens die ze niet zouden verkiezen als het in hun macht lag.
De culturele revolutie van de mens lijkt duizenden malen sneller te gaan dan de biologische van het leven. Het gemeenschappelijke is dat meer ingewikkelde structuren gestapeld worden op oudere, die simpeler van opzet zijn. Volgens sommige evolutiebiologen is van zo’n ontwikkeling overigens helemaal geen sprake. Volgens wijlen Stephen Jay Gould zijn bacteriën veel succesvoller dan wij en zijn wij een toevallig en kortstondig takje aan de evolutieboom. Desondanks zitten bacteriën in onze darmen en schrijven wij boeken in plaats van andersom.
Hoe het zij, voor de oppervlakkige beschouwer heeft het de schijn dat zowel in natuur als cultuur alles steeds maar ingewikkelder wordt. De veeteelt was ingewikkelder dan de jacht. Het Romeinse rijk had een ingewikkelder structuur dan het Gallische dorp van Asterix en Obelix en de monotheistische godsdienst van Bonifatius zat ingewikkelder in elkaar dan het animisme van de Friezen uit Dokkum. Net als bij de evolutie bleken de oude eenvoudige structuren vaak taaier dan nieuwe heersers lief was. Om die reden werden ze ingekapseld in de nieuwe meer ingewikkelde organisatievormen.
De nieuwe monotheistische godsdienst tooide de oude vrouwelijke god met de nieuwe naam Maria en allerlei christelijke feesten werden opgeleukt met oude heidense symboliek als kerstbomen en paaseieren. Zelfs het basisprincipe, de ene god, werd bij het concilie van Nicea verlaten. De ene god werd een drieëenheid. Een gedachtegoed dat door steeds minder mensen aangehangen wordt. Het heeft inmiddels plaats gemaakt door een veel ingewikkelder brij van wetenschappelijke en andere denkbeelden.
Maar ook de staatsvorm veranderde de laatste tweeduizend jaar van eenvoudig dorps, via autoritair met koning of keizer naar ingewikkeld democratisch. Ook hier bleven oude structuren bewaard. Het stamhoofd werd burgemeester en de oudsten wethouders. In sommige landen bleef zelfs de koning bestaan in de rol van duurbetaalde paljas. Intussen werd het bestuur van landen steeds ingewikkelder. Ook de gekozen parlementen en regeringen van landen kwamen langzaam in dezelfde rol als de koning. Hun macht werd slechts schijn.
Grotere ingewikkelde internationale verbanden en organisaties namen meer en meer sturingsmacht over. Het stamhoofd, de koning, de nationale regering, ze blijven wel bestaan. Cohen regelt de prostitutie, Willem de vierde straks het water in breedste zin en Balkenende zorgt dat er voldoende armen blijven om de prijzen die de rijken voor hun spullen moeten betalen in de hand te houden. De drieënige god tenslotte wordt alleen nog beleden door de jagende koning.