Het menselijk sperma wordt steeds slechter. Als dat zo doorgaat zit er over enkele tientallen jaren geen spermatozo meer in een ejaculaat. Dit bericht past goed in de catastrofiele neigingen van veel krant- en tijdschriftredacties. De mens is bezig de wereld op velerlei wijze te gronde te richten en de notie, dat de vervuiling van het milieu ook het menselijk lichaam zelf begint aan te tasten, is gemeengoed. De moedermelk zit al vol DDT en al het met chemicaliën bewerkte voedsel is potentieel de bron van allerlei soorten kanker. Toen de Deen Niels Skakkebaek in 1992 een overzichtsstudie publiceerde, waaruit bleek dat overal ter wereld het gemiddelde aantal spermatozoën per milliliter kwakje gedaald was van 113 miljoen naar 66 miljoen, was dan ook niemand verbaasd.

Allerlei theorieën werden bedacht. Chemicaliën in ons voedsel zouden zich gedragen als vrouwelijke geslachtshormonen, waardoor niet alleen de mannelijke beharing en potentie terugliep, maar ook de kwaliteit van het sperma. Ook de kleding werd als schuldige aangewezen. Te strakke spijkerbroeken en met name te strakke slipjes, zouden de temperatuur in de testikels te hoog doen oplopen met desastreuze gevolgen voor het aantal gezond voortzwemmende zaadcellen.

Dat hier wel iets van waar moest zijn, bleek uit de resultaten van experimenten die een Franse club balverwarmers op zichzelf had uitgevoerd. Bij wijze van anticonceptie droegen deze mannen hun testikels in schapebonten zakjes, om op die manier de zo belangrijke koeling te frustreren. Inderdaad liep het aantal zwangerschappen bij hun partners drastisch terug, reden waarom zij de gewoonte krachtig propageerden. Ook de katholieke kerk zou deze natuurlijke wijze van geboortebeperking door de vingers zien. Deskundigen adviseerden voor een kwalitatief hoogstaand sperma een wijde pantalon, bijvoorbeeld bandplooi, met daaronder het zogenaamde boxershort, waarin de mannelijke geslachtsorganen ongehinderd door beklemmend textiel aan hun broodnodige koeling toekwamen. Was immers niet bekend dat de Schotse hooglanden een opvallende babyrijkdom aan de dag legden, vanwege de gewoonte kilts en niets dan kilts te dragen?

Natuurlijke voeding, geen vlees, waar allerhande verdachte hormonen in konden worden aangetroffen en matig alcohol was uiteraard verder het devies voor een gezonde voortplanting. Een merkwaardige vinding die gerapporteerd werd in “Fertility and Sterility”, lijkt al deze nuttige adviezen te ondergraven. Het was gebleken dat van onderzochte Amerikaanse steden New York aan de leiding ging bij de sperma-tellingen. Harry Fish van het Columbia Presbyterian Medical Center in New York vergeleek het zaad dat vanaf 1970 gedoneerd was aan de spermabanken van New York, Roseville, Minn. en Los Angeles. Tot zijn verbazing bleek in Roseville en New York in die tijd een behoorlijke stijging in het aantal zaadcellen te zijn opgetreden. Opvallend was ook het grote regionale verschil. Los Angeles telde slechts 73 millioen cellen per milliliter tegen New York maar liefst 132.

Toen Fish met deze bril naar het onderzoek van Skakkebaek keek, ontdekte hij iets interessants: 87 procent van de mannen bij wie geteld was voor 1970 kwam uit New York, na 1970 liep dit aandeel terug naar 25 procent. De vermindering van het aantal zaadcellen kon gemakkelijk verklaard worden door deze geografische variatie. Omdat de mannen van de Big Apple niet speciaal bekend staan om hun wijde broeken en gezonde leven lijkt het er derhalve op dat kinderwens toch samen kan gaan met jeans en T-bone steak.