ghostwriter - door peter bügel
Ik heb in mijn studententijd vrij veel scripties geschreven. Het begon ermee dat ik een vriendin had, die voor een tamelijk ondoorzichtige opleiding tot sociaal werker of iets dergelijks, een scriptie moest maken. De opleiding zelf bestond voornamelijk uit kringgesprekken en de scriptie was eigenlijk het enige beoordelingsmoment. Haar scriptie ging over Sartre. Ze werd steeds teruggestuurd met aanwijzingen ter verandering en na de tiende keer was ze emotioneel geheel ontregeld en stond op het punt de opleiding voortijdig te beëindigen.
Mijn wijsneuzige adviezen vielen al helemaal niet in goede aarde en een twistgesprek mondde uit in de sneer: “Als je het zo goed weet, maak hem dan maar zelf voor me.” Zo kwam het dat ik me moest verdiepen in de ideeën van dwaallichten als Kierkegaard, Husserl en Jean Paul Sartre en en passant leerde hoe je door bestudering van naslagwerken de indruk kunt vestigen de materie ten diepste te beheersen. We spreken nu van de precomputertijd, toen je nog indruk kon maken met uitgebreide literatuurlijsten.
De scriptie werd goedgekeurd met de vermelding dat hij eigenlijk iets te wetenschappelijk was. Ik had er een weekend inclusief twee nachten aan gewerkt. Mijn vriendin was niet de enige voor wie de scriptie een onoverkomelijk obstakel was. Eerst één, maar later meerdere collega’s van haar bleken te lijden aan problemen, varierend van leesblindheid tot analfabetisme. Ik ben vergeten op welk moment het idee bij mij opkwam dat ik voor mijn diensten ook wel flink geld kon vragen. Misschien tijdens het schrijven van een scriptie over fasen van alcoholisme volgens Jellinek, toen ik wakker bleef door veel dure likeur te drinken in mijn koffie.
Na enige tijd werd ik ook aangesproken door studenten in de diverse ogologierichtingen. Klaarblijkelijk was er een soort mond-op-mondreclame in gang gezet. Geheel volgens de wetten van vraag en aanbod, die de markt immer zo goed beheersen, steeg de prijs van mijn werkzaamheden voortdurend. Diverse nieuwe vakken konden in die tijd als bijvak gedaan worden. Scripties over bijvoorbeeld andragologische, criminologische en polemenologische onderwerpen leverden flink punten op voor psychologie en sociologiestudenten. Theorievorming in deze nieuwe branches van de sociale wetenschappen beperkten zich tot respectievelijk geplande verandering, het verschijnsel nozem en de burgerlijke ongehoorzaamheid als alternatief voor het leger.
Door naar hartelust te citeren uit aanpalende disciplines kwam een scriptie al snel in een geur van wetenschappelijkheid te staan. Wanneer aan een paar simpele regels was voldaan, werd elke scriptie goedgekeurd. Om te beginnen moest aan de opdrachtgever gevraagd worden een lijst te verschaffen van alle (meestal één of twee) publicaties van de beoordelaar. Deze moesten uitgebreid en lovend geciteerd worden. Daarenboven moest door de literatuurverwijzingen duidelijk gemaakt worden dat geen enkel idee in de scriptie oorspronkelijk was.
Elk leesplezier moest bovendien vergald worden door een fantasieloze genummerde indeling van de hoofdstukken. 1. Inleiding. 1.1. achtergronden van de vraagstelling. 1.2. etc. In de beschouwing tenslotte, diende altijd op de urgentie van nader onderzoek in dit veelbelovende veld gewezen te worden. Het belangrijkste was echter een stijl, die nimmer tot de verdenking mocht leiden dat de schrijver literair talent had of plezier had gevoeld bij het schrijven van het werkstuk.
Veel van mijn klanten zijn later heel bekend geworden. Het zijn de mislukkelingen die het werk doen, de slimmen laten mensen voor zich werken.