In de jaren tachtig van de vorige eeuw schreef Doris Lessing een serie Science Fictionboeken onder de titel CANOPUS IN ARGOS: ARCHIVES. Het tweede boek in die serie was getiteld “The marriages between zones three, four, and five”. Zone drie was een vrouwelijk land, waar harmonie en erotiek in hoog aanzien stonden en de vrouwen aan de macht waren. Zone vier was een patriarchale militaristische natie, waar seks diende om mannelijke afstammelingen te produceren. Lessing laat de koningin van drie met de opperbevelhebber van vier huwen en beschrijft vervolgens de problematiek die daaruit ontstaat.

Dat zone drie een feministische utopie was, geheel in strijd met de menselijke biologie stond voor de meeste denkers tot voor kort vast. In de evolutie van de mens was moord en doodslag aan de orde van de dag, waren mannen het belangrijkst voor de veiligheid van het gezin en wanneer daar twijfels over waren was een enkele blik op de sociale organisatie van onze naaste verwanten, de chimpansees, voldoende. Mannetjes waren daar de baas en groepen jonge chimpansees voerden strijd op leven en dood met andere mannelijke groepen uit naburige territoria.

Sinds kort is echter ontdekt dat er een soort mensapen bestaat die evolutionair nog een tikje dichter bij de mens lijkt te staan dan de ruziemakende chimpansee. Het is de Bonobo. De van origine Nederlandse etholoog Frans de Waal schrijft erover in de Scientific American. Er zijn naar schatting nog zo’n 10.000 van over in Centraal Afrika.

De Bonobo hebben een zone drie-achtige samenleving. De vrouwtjes staan centraal, er is geen duidelijke hierarchie en het lijkt erop dat seks de plaats van agressie inneemt. De Bonobovrouwtjes zijn niet alleen seksueel benaderbaar tijdens de vruchtbare periode, zoals bij de chimpansee, maar vrijwel steeds zoals bij de mens. De Bonobo’s zijn seksueel aktief in alle denkbare combinaties en hebben een voorkeur voor face to face kontakt. Het meest typerende seksuele patroon van de Bonobo is kontakt tussen volwassen vrouwtjes die hun genitalien tegen elkaar wrijven, waarbij ze geluiden maken die door de onderzoekers als orgastisch geduid worden. Mannetjes hangen tegenover elkaar aan een tak en schermen met hun geërecteerde penissen en voorts kan orale seks, wederzijdse masturbatie en tongzoenen geobserveerd worden door de geinteresseerde bioloog.

Omdat de gemiddelde copulatie ongeveer 13 seconden duurt houden de Bonobo genoeg tijd over voor andere activiteiten. Dat seks de plaats van agressie inneemt blijkt uit proefnemingen in gevangenschap en in de natuur. Wanneer men chimpansees voedert komt eerst het machtigste mannetje zijn buik rond eten. Wanneer die verzadigd is verdwijnt hij met medeneming van zoveel voedsel als hij kan dragen. Nadat mindere mannetjes geweest zijn mogen de vrouwtjes de restanten opeten. Het geheel gaat gepaard met veel vertoon van woedend wegjagen van concurrenten.

Bij de Bonobo komen eerst meerdere vrouwtjes op het voedsel af, die voordat ze gaan eten eerst zo’n tien minuten aan het vrijen slaan. Daarna wordt het eten vreedzaam gedeeld. De machtige positie van de wijfjes in de groep komt niet door hun lichaamskracht, ze zijn kleiner dan de mannetjes. Eerder is het zo dat wanneer een mannetje per ongeluk een vrouwtje bedreigt hij ze allemaal over zich heen krijgt.

Het bestaan van de soort is pas in 1929 ontdekt en de kennis over het gedrag stamt uit de tachtiger jaren van de vorige eeuw. Bij theorieën over de gewoontes van de vroege homo sapiens waren de chimpansees en bavianen altijd de voorbeelden. Hoeveel vredelievender zouden de reconstructies van die vervlogen tijden eruit gezien hebben wanneer men weet had gehad van onze Bonobo-verwant.