Het broeikasgeloof rukt op. Bij gebrek aan harde bewijzen is men teruggevallen op een oude wetenschappelijke methode: het vinden van de waarheid door het bereiken van consensus door betrokken geleerden.

Deze werkwijze werd reeds met veel succes toegepast in het begin van onze jaartelling toen de geleerden zich nog vooral bezig hielden met God. Zo besloten de deskundigen op 20 mei 325 in Nicaea dat er één God was, maar dat deze bestond uit drie personen: de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Het zal geen verwondering wekken dat deze waarheidsvinding door consensus vooral toegepast wordt voor zaken waarvan het bestaan niet direct aangetoond kan worden, maar waar wel enorme financiele belangen mee gemoeid zijn.

De broeikasbischoppen van heden zijn verenigd in het IPCC, het “Intergovernmental Panel on Climate Change” en tien jaar geleden kwam deze VNclub met een rapport waarin stond dat ze het er over eens zijn dat de kans dat er sprake is van opwarming van de aarde door menselijk handelen minstens 70 procent bedraagt. Professor Lucas Reijnders, die voor zijn broodwinning ook afhankelijk is van een vast broeikasgeloof meende dat onze bossen het niet zullen redden in een warmer klimaat en dat de dijken omhoog moesten, want de mens zal voor zijn hebzucht en procreatiedrang gestraft worden met een nieuwe zondvloed. De Nederlandse boeren werd voorgehouden zich reeds in te stellen op zonnebloem- en wijnbouw.

Dat men zich bij klimaatsveranderingen geheel op geloof moet verlaten is niet zo gek. Ondanks de claim van chaosdeskundigen dat daar wat aan te voorspellen valt, weet elke Nederlander dat weerprofetieën die zich uitstrekken over meer dan vier dagen zelden hout snijden. Wat betreft het klimaat op de gehele aarde, kan slechts met zekerheid gezegd worden dat eenvoudige modellen niets met de werkelijkheid van doen hebben. Derhalve schermt men graag met ingewikkelde computermodellen.

Hier is sprake van een wetenschappelijke misvatting die wel de drogreden van de mutsaart genoemd wordt. Een mutsaart is een bijeengebonden bos hout. In vroeger dagen ook wel gebruikt voor brandstapels voor lieden die de heersende consensus niet toegedaan waren.

De fout is dat men meent dat veel zwakke verbanden, mits samengevoegd een echt bewijs opleveren. De waarheid is dat een verzameling onzekere evidentie onzeker blijft. Een groot probleem voor de broeikasgelovigen is de thermostatische werking van de dampkring. Hoewel de zon de afgelopen miljarden jaren steeds warmer geworden is, blijft de temperatuur op aarde betrekkelijk stabiel.

Voor een thermostaat zijn feedbackprocessen nodig. Ze moeten er zijn, maar hoe ze werken is een raadsel. Het meest eenvoudige is aan te nemen dat bij warmer weer meer water uit de zee verdampt en dat al die wolken de zon tegenhouden waardoor het afkoelt, maar ook hier zal blijken dat de eenvoudige oplossingen fout zijn.

Zelfs eenvoudige oplossingen hebben overigens theoretisch ingewikkelde effecten. Meer wolken betekent meer neerslag, ook op de polen en de bergtoppen. Dit betekent een gestage uitdijing van de hoeveelheid sneeuw en ijs op aarde, waardoor een nieuwe ijstijd in zicht kan komen en de wintersport nog populairder zal worden als zij nu al is.

De parallel met het concilie van Nicaea wordt dan nog duidelijker. Zoals Athanasius het monotheisme redde door drie goddelijke wezens als eenpansgerecht te serveren, zo zal Lucas Reijnders over vijftig jaar met bevende stem verduidelijken dat de aangroei van alle alpengletschers het duidelijkste bewijs is voor het bestaan van het broeikaseffect.