
rampscenario - door peter bügel
Dinosaurussen stierven uit omdat ze te groot geworden waren, leerde ik op school. Ze konden zich alleen in moerassen nog staande houden en toen het eens een keer wat droger werd zakten ze collectief door hun poten en was het afgelopen met het rijk der reptielen.
De leraar die deze tragische historie uit de doeken deed liet niet na hier ook een moraal aan te verbinden. Groot groeien was gevaarlijk, voor men het wist overschreed men een grens waarna het onheil naakte. Men zag deze wetmatigheid bijvoorbeeld ook bij het Romeinse rijk, de olifant en de walvis, de Zeppelin en de Amerikaanse automobiel.
Omdat ik de kleinste uit de klas was sprak mij deze theorie zeer aan. Omdat men voor het uitsterven van deze grootste van alle landdieren als aanleiding nu een komeetinslag postuleert, hoort men over deze oorzaak weinig meer. Toch moeten we aannemen dat bijvoorbeeld de Tyrannosaurus rex c.s. een en ander wel had kunnen overleven, wanneer hij het formaat van een muis had gehad. Kleine zoogdieren overleefden de ramp namelijk wel en volgens moderne inzichten zijn wij mensen daaruit voortgesproten.
De gedachtengang van mijn biologieleraar volgend bezwijken soorten als het ware aan hun succes. Een gedachtengang die hem zelf kennelijk buitengewoon aantrekkelijk voorkwam en verwantschap had met het bekende: hoogmoed komt voor de val. Nadat een soort op deze wijze uitgestorven of gedecimeerd was, werd hij onafwendbaar door een andere opgevolgd. Na elke ramp moest er weer driftig geëvolueerd worden en wanneer men een levenshouding had die gekenmerkt werd door een combinatie van optimisme en hoogmoed, dan zou men van mening kunnen zijn dat na elke ramp uiteindelijk een hoger wezen ontstond, in ieder geval na de laatste inslag.
Omdat die zware krengen slechts met tussenpozen van tientallen miljoenen jaren naar beneden komen zou het erop lijken dat de evolutie van een nog hoger wezen een kwestie van veel geduld is. Gelukkig hebben de mensen daar wat op gevonden. De homo sapiens volgt momenteel een strak schema dat men ook bij gisten aantreft. Een in principe eenvoudig proces dat heel natuurlijk is. Wanneer een gistcel in een plas druivensap terechtkomt bevindt hij zich ineens in een zee van voedsel.
Gulzig valt hij erop aan en al snel is hij met zijn tweeën, daarna vieren, dan achten en zo voort. Alle cellen eten de overvloedig aanwezige druivesuiker. Ze scheiden ook wat uit: alcohol, maar daar hebben ze in het begin nog geen last van. Wanneer er genoeg glucose is blijven ze zich vermeerderen totdat het alcoholpercentage boven de twaalf procent is, dan sterven ze allemaal, een aardig produkt voor een andere levensvorm achterlatend.
Deze gang van zaken, die het “Bordeauxscenario” genoemd zou kunnen worden is op dit moment in volle gang en roept een interessante vraag op, waarvoor een nieuwe tak van wetenschap opgericht zou moeten worden. Een uitbreiding van de paleontologie, die fossielen van uitgestorven diersoorten bestudeert. We zouden deze discipline prospectieve paleontologie kunnen noemen. De leer van de soorten die na ons komen.
De belangrijkste speculatie zou moeten zijn uit welke soort de nieuwe kroon der schepping zou kunnen evolueren. Ik voorspel twee scholen. De eerste zou de rechtvaardigheidsschool kunnen zijn: steeds een nieuwe soort mag het meest geavanceerde type aanleveren.
De andere zou in de volksmond de Jojoschool heten: na de reptielen de zoogdieren, dan weer de reptielen enzovoort. De geleerden zullen erover twisten of de ruimteschepen van de toekomst bestuurd zullen worden door geniale octopussen of superleguanen.