In de psychologie is het niet ongebruikelijk erop te wijzen dat mensen deel uitmaken van een systeem. Een man is bijvoorbeeld partner in een huwelijk, vader in een gezin, zoon van zijn ouders, kleinkind van zijn grootouders, zwager, schoonzoon en dan hebben we het alleen nog over familiebanden. Tevens is hij beambte in een werkkring, zowel ondergeschikte als chef, voorzitter van de vliegerclub enzovoort.

In de psychotherapie kon men lange tijd horen verluiden dat het veranderen van gedrag niet zomaar ging, men moest het hele systeem in de therapie betrekken. Sommige therapeuten wilden voor individuele klachten niet alleen mevrouw, maar ook haar man, kinderen en als het even kon ook ouders en wanneer nog in leven de grootouders erbij hebben. Allerlei gedrag zou alleen begrijpelijk zijn wanneer het gezien werd als communicatiemiddel in de ingewikkelde sociale verbanden waarin de client verwikkeld was.

Om een persoon te veranderen diende het hele systeem veranderd te worden. Het meest uitgesproken kwam deze rhetoriek naar voren bij de psychotherapeutische hulp aan mensen die problemen in hun huwelijk ondervonden. Als de relatie veranderd moest worden dienden beide partners daar niet alleen bij betrokken te zijn maar ook gemotiveerd te participeren in de therapie. In plaats van de Freudiaanse zienswijze, waarbij problemen verklaard werden uit een ongelukkige kindertijd of fysieke interpretaties, zoals zwakke zenuwen, trachtte men nu de oorzaak van de emotionele stress te vinden in de relaties van de lijder.

Wanneer twee mensen samen een verhouding kregen werd daar mee iets geschapen dat groter en complexer was dan de som der delen: een systeem. Dit systeem werd in stand gehouden door communicatie en moeilijkheden ontstonden wanneer daar wat aan schortte. Om de communicatie te veranderen had men beide partners nodig.

Dat hoeft helemaal niet, zeggen nu de psychologen Duncan en Rock. Wanneer dat allemaal zo samenhangt en vervlochten is moet het mogelijk zijn veranderingen in relaties teweeg te brengen door kleine wijzigingen in het gedrag van slechts één partner, waar de ander niet eens van hoeft te weten. Wat de één doet hangt af van wat de ander doet. Als de één dus ineens iets anders doet verandert de communicatie in de relatie.

Zoeken naar schuld, of verantwoordelijkheid voor de problemen is onzin omdat het altijd circulaire processen betreft. Beter is het te begrijpen welk effect je eigen gedrag heeft en door kleine wijzigingen daarin verandering te bewerkstelligen. Op die manier kunnen veranderingen niet alleen snel, maar ook zonder medewerking van de partner optreden. In Psychology Today gaven de psychologen enkele do it yourself-richtlijnen.

De belangrijkste lijkt te zijn dat je ophoudt met maar altijd eerlijk te willen zijn. Eerlijkheid, schrijven de auteurs, is als pokeren met je kaarten open. Van groter belang is het verwarring te zaaien, onverwachte dingen te doen en nooit in het defensief te gaan. Wanneer je partner de neiging heeft je steeds te bekritiseren, of alsmaar de baas speelt of voortdurend klaagt, beken dan je ongelijk, maar doe ondertussen gewoon wat je zelf wilt.

“Dat zal ze leren,” hoor je de schrijvers denken. Het lijkt alsof de gooi-het-er-maar-uit-golf zich terugtrekt terwijl in de nevelen van de toekomst langzaam de scheve grijns van Machiavelli opdoemt.