apenrots
Het is vanouds niet ongebruikelijk natuur en beschaving als tegengesteld te zien. In het algehele bloedbad van de natuur overleven de sterken met rood besmeurde klauwen en tanden. Wat zwak ziek of oud is moet plaatsmaken voor de fitte jeugd, zo blijft de soort gezond.
Deze manier van denken, afkomstig uit de biologie, heeft ook andere wetenschappen besmet met als duidelijk voorbeeld het economische gedachtegoed. Wanneer de groei even wat uit de economie is, gaat onmiddellijk de roep op te bezuinigen op werklozen, zieken en ouderen. De min of meer bewuste vooronderstelling hierbij is dat het niet natuurlijk is daar zoveel aan te besteden. Wil men de economie wederom “gezond” maken, dan moet de aandacht gericht worden op de sterken in plaats van op de zwakken.
Voor de economie is het in deze redeneerwijze beter wanneer mensen weinig belasting betalen zodat ze meer spullen kunnen kopen dan wanneer de fiscus een flinke greep in de beurs van de sterken doet om lieden te betalen die wel verplegend of verzorgend werk willen verrichten. Het zou voor de economie beter zijn spullen te fabriceren dan zwakkeren te helpen.
Produktie is in een natuurlijke geur komen te staan en hulpverlening is weliswaar beschaafd, maar leidt niet tot de zo dringend gewenste gezondheid. Er wordt ook wel van een “nononsense” benadering gerept, waarbij duidelijk geïmpliceerd wordt wat men van de andere denkwijze, die “soft” genoemd wordt, moet denken. Zoals wel vaker zijn de adepten rechter in de leer dan de biologische wetenschappers.
Jaren geleden hield mensapenonderzoeker Frans de Waal een lezing voor het Groningse Studium Generale, getiteld “Survival of the Unfittest and Other Darwinian Dilemmas” De Waal heeft onder andere de beroemde chimpanseekolonie in Burgers Dierenpark bij Arnhem zeer lang geobserveerd. Hij promoveerde op het coalitiegedrag van makaken.
Hij vertoonde die avond onder andere een film waarin een chimpansee voorkwam met het syndroom van Down. Dit chimpanseemongooltje stond van vroeg tot laat onder de hoede van een zus en was op het moment van de film volwassen, terwijl duidelijk was dat ze zichzelf niet kon redden. Een nog opmerkelijker voorbeeld was het bestaan van een makakenvrouwtje in Japan dat geboren was zonder handen en voeten.
Makaken leven een gedeelte van hun tijd in bomen, waar ze vruchten plukken. Dit vrouwtje was niet alleen volwassen geworden, maar had ook reeds verscheidene kinderen gebaard, die overigens normaal gebouwd waren. Het betrof dus een exemplaar dat zich niet aan de moeder kon vasthouden, absoluut niet kon klimmen en voedsel vergaren en slecht lopen. Alleen intensieve verzorging door de andere dieren leidde tot haar overleving.
Wat betreft het ook zeer natuurlijk geachte recht van de sterkste kon de Waal ook interessante observaties melden. Soorten apen onderscheiden zich in mate van agressiviteit, maar ook in de mate waarin zij ruzies weer goedmaken door pelsverzorging en kleine presentjes. Vooral het meer voorkomen van dit soort verzoeningsgedrag verhoogt de overlevingskans. Dit geldt ook voor apen die dat van nature niet zo in hun pakket hadden.
Wanneer je een pestettertje van een rhesusaapje geruime tijd in een hok zette met een vredelievende oudere makaak, die bij het minste en geringste misbaar verzoeningsgerichte activiteiten ontplooide, overtrof het rhesusaapje zijn leermeester na enige tijd in frekwentie van dit soort gedrag.
De conclusie is duidelijk. Voor de zwakken in Nederland zou het goed zijn wanneer regering en parlement op een echte apenrots gingen wonen. Men zou daarbij kunnen overwegen Geert Wilders en Job Cohen eens een tijdje samen in een hok te stoppen.