ispahaan - door peter bügel
Op het Paracelsus-congres in het Zwitserse Einsiedeln sprak eind vorige eeuw Leonard Syme. Syme is professor aan de Berkeley universiteit in Califorie en de autoriteit op het gebied van preventie van hart en vaatziekten. Hij verklaarde teleurgesteld dat de hele onderneming van preventie van hartziekten door interventie op het gebied van de risicofactoren was mislukt.
Syme is de man van het befaamde “Mister fit” experiment in Amerika. De bedoeling van deze proefneming was te onderzoeken of verkleinen van risicofactoren bij mannen die gevaar liepen een hartinfarct te krijgen een gunstig effect op de sterfte zou hebben. Te dien einde werd een half miljoen mannen tussen de veertig en vijftig gescreend. In deze groep werden 12000 mannen gevonden die zowel een hoge bloeddruk als een hoog cholesterolgehalte hadden, die sigaretten rookten, zich weinig bewogen en gemotiveerd waren hier wat aan te doen.
Hen werd een tien jaar durend begeleidingsprogramma aangeboden, waarbij ze twee keer per week persoonlijk begeleid werden, met het doel al deze risicofactoren te verminderen. Deze groep werd de experimentele groep genoemd. Een andere, even grote groep die er net zo zorgelijk aan toe was, heette de controlegroep. Deze mannen werden ongemoeid gelaten. Na zes jaar had het experiment 160 miljoen dollar gekost en werd de voorlopige balans opgemaakt.
In de experimentele groep bleek het aantal hartinfarcten iets minder dan in de controlegroep. Opvallend was echter dat de totale sterfte in beide groepen precies even groot was. Het leek, zei Syme, op de Perzische legende van de tuinman en de dood. Bij ons heeft de dichter P. van Eyk dit verhaaltje op rijm gezet.
Een tuinman vraagt zijn baas een paard om naar Ispahaan te vluchten. Hij heeft in de tuin de dood gezien, die dreigende gebaren maakte. De knecht gaat er spoorslags vandoor en de Perzische edelman maakt een ommetje in zijn tuin en treft daar ook de dood…. “Waarom, zo vraag ik, want hij wacht en zwijgt, Hebt gij van morgen vroeg mijn knecht gedreigd ? Glimlachend antwoordt hij : Geen dreiging was’t, waarvoor uw tuinman vlood. Ik was verrast, Toen ‘k ’s morgens hier nog stil aan ’t werk zag staan, Die ‘k ’s avonds halen moest in Ispahaan”.
Het sleutelen aan specifieke risicofaktoren verandert alleen het soort kwaal waar we aan sterven. Al heel lang is bekend dat er één faktor is die de sterfte aan alle ziektes significant doet toenemen, vervolgde Syme. Lage sociale klasse gaat samen met een toename van alle mogelijke aandoeningen. Nu zou men kunnen redeneren dat er onderaan de maatschappelijke ladder meer gerookt en ongezonder gegeten wordt, maar dat verhaal gaat niet op.
In Engeland heeft men gevonden dat er zelfs een groot verschil is tussen topambtenaren, zoals ministers en de laag daar vlak onder. Dat lijkt erop te wijzen dat we te maken hebben met een psychologisch effect. Er wordt wel getheoretiseerd dat de mate waarin men denkt invloed op het eigen bestaan te hebben een regelrechte uitwerking heeft op de gezondheid.
Zo zijn buschauffeurs die niets te zeggen hebben over hun rijschema veel vaker ziek dan collega’s die er wel over mogen meespreken. Ratten die men almaar pest met elektrische schokken ontwikkelen allerlei soorten kanker. Dit gebeurt veel minder wanneer ze met een knopje de stroom voor korte periodes kunnen uitzetten. Hoe meer men geleefd wordt hoe meer ziekte. Maar wat kan de klinische epidemiologie doen aan het gevoel dat daar niets aan te doen is?