Alexander de Grote, de Romeinse keizers Vespasianus, Titus en Hadrianus, de Engelse koning James de eerste en Oliver Cromwell stierven allemaal

aan dezelfde ziekte: malaria.

Diverse theorie

ën werden ter verklaring aangewend. In Europa in de Middeleeuwen weet men het verschijnsel aan elektrische stormen, die het gevolg waren van de verplaatsingen van planeten en kometen. Hierdoor werd “koortsvergif” op aarde gestrooid. De Chinezen dachten ook toen al aan een disharmonie tussen Yin en Yang. In de negentiende eeuw werd Hippocrates weer aangehaald die sprak over “miasmata” in moerassen en slechte lucht: mal aria.

Hoewel de medische wetenschap voor niets staat, en het verspreidingsmechanisme van malaria goed bekend is sterven er steeds meer mensen aan. Jaarlijks krijgen momenteel zo’n 500 miljoen mensen malaria. 5,5 miljoen daarvan gaan eraan dood. Vooral zwangere vrouwen en kinderen zijn kwetsbaar.

Er zijn twee manieren om de ziekte te bestrijden: medicijnen en het uitroeien van muggen. Een belangrijke organisatie is de World Health Organisation (WHO) en de Agency for International Development (AID). Ze hebben op geen van beide fronten vooruitgang geboekt.

Vlak na de tweede wereldoorlog waren de bestrijders hoopvol gestemd door de uitvinding van DDT. Flink spuiten zou de muggen doden en daarmee zou de kwaal tot het verleden behoren. Dat bleek tegen te vallen. De enkele muggen die geen last van de stof hadden plantten zich razendsnel voort zodat een nieuwe resistente soort ontstond. De snelle voortplanting maakte het overigens onmogelijk alle muggen met DDT uit te roeien. Uit berekeningen bleek dat bijvoorbeeld in Gambia elke dag gedurende vijf jaar de helft van alle muggen doodgespoten moest worden om ze weg te krijgen.

Ook bracht de toepassing van DDT onvoorziene gevolgen met zich mee. Een groot sproeiprogramma in Birma doodde weliswaar niet alle muggen, maar

wel alle katten. De oogst werd daardoor door ratten opgegeten zodat de bevolking van honger omkwam. In Maleisie kwamen Kampongbewoners in opstand tegen sproeiprogramma’s omdat die naar hun mening de oorzaak waren van instortende daken. Uiteraard werd dit door de hulpverleners gezien als bijgeloof. Veel later bleek dat in de palmbladeren daken rupsen huisden die resistent tegen DDT waren. De wespen die ze aten helaas niet.

Op het geneesmiddelenfront staat het er ook slecht voor. Vanouds was er kinine, door de Spaanse jezu

ïeten meegeroofd uit Zuid Amerika en bekend als Jezuïetenpoeder. In de vijftiger jaren werd het wondermiddel chloroquine ontdekt. Helaas bestaat er nu een wereldwijde resistentie tegen het middel en is er weinig voor in de plaats gekomen. Het 2000 jaar oude Chinese middel Quinghaosu is bij gebrek aan beter weer van stal gehaald. Voor farmaceutische industrin is het profijtelijker de research te richten op een nieuw antidepressivum voor de Westerse gestresste kapitaalkrachtige mens. Een kwestie van marktgericht denken.

Op dit moment komt malaria meer voor dan ooit tevoren, de ziekte is minder behandelbaar en de verspreiding minder controleerbaar. Misschien kan er een groot congres over komen in Amsterdam, met als mug uitgedoste mensen met gazen vleugeltjes, aanbevelingen om nooit zonder klamboe met

wie dan ook in bed te duiken en bultje krab manifestaties. Want, wee! Samen met de broeikas komen ze straks ook hier, de malariamuggen.