Eind vorige eeuw zag het boek “Consciousness Explained” van Allen Lane het licht. Het bewustzijn behoeft inderdaad explicatie en daar zijn filosofen en wetenschappers al geruime tijd zonder opvallend succes mee doende. Hoe de grijze materie in ons hoofd ervoor zorgt dat we kunnen waarnemen, denken en voelen is nog even raadselachtig als duizend jaar geleden, alle ontdekkingen over de elektrische activiteit van neuronen ten spijt. Het probleem zetelt in de relatie tussen stof en geest. De Franse filosoof Descartes meende in de zeventiende eeuw dat in de pijnappelklier een ziel gehuisvest was die speciaal doende was deze relatie te bewerkstelligen. Deze ziel huisvestte ook ons “ik”. Eigenlijk was de ziel een klein mensje, een “homunculus”, die alle binnenkomende informatie langs liet stromen en de nodige beslissingen tot actie nam.

Omdat in die tijd de Droste chocolade nog niet op de markt was, had Descartes ook geen weet van het Droste effect, genoemd naar de vrouw op het Droste cacaoblik, die zelf weer zo’n blik in de hand heeft waarop weer zo’n vrouw zo’n blik in de hand houdt enzovoort. De “homunculus” moet namelijk zelf in zijn breintje een nog kleinere dwerg huisvesten om de zaak te regelen, en die moet, enzovoort.

De Nederlandse leerling van Descartes, Geulincx, loste het stofgeest-probleem weer anders op. Stof en geest hadden in zijn visie slechts een schijnbaar verband. Men kon wel denken dat men met de geest kon beslissen een arm op te tillen, maar dat was maar schijn. Zoals altijd gebruikelijk vergeleek hij de mens met de machine van zijn tijd: de klok. Nog steeds spreken we over “van slag zijn” of “opgewonden”. Het lichaam en de geest waren twee klokken, door God bij de aanvang opgewonden en parallel naar hun einde tikkend. Wanneer de geestklok dacht, ik ga een eindje wandelen, stond de lichaamklok op dat moment op wandelen en trok vast de jas aan. Deze visie was problematisch voor christenen, die hun zondebesef in zo’n klok niet kwijt konden. Hoe kon de mens verantwoordelijk worden geacht voor godslastering, diefstal, echtbreuk en doodslag wanneer alles reeds door God in de klok gewonden was ?

Deze denkbeelden lijken momenteel nogal onnozel, toch zijn we nog geen steek verder. Lane vergelijkt het brein natuurlijk niet meer met een klok, maar met een computer, een “multiple Drafts Model”, alle binnenkomende informatie wordt tegelijkertijd door verschillende systemen verwerkt.

Dat verklaart echter nog steeds niet de ervaring dat het bewustzijn macht heeft over het lichaam. Een valse ervaring volgens Geulincx

, en de hedendaagse neurofysioloog Libet zegt het hem na. Hij vroeg proefpersonen zo precies mogelijk aan te geven wanneer ze een spontane beslissing namen om een ledemaat te bewegen. Hij kon vaststellen dat het benodigde stroompje in de hersenen een halve seconde eerder optrad dan de zogenaamde beslissing. “Ik weet niet wie beslissingen neemt,” concludeerde hij, “maar wij zijn het niet.” Het zal duidelijk zijn dat deze vindingen grote invloed zouden moeten hebben op de rechtspraak. Iedereen is te allen tijde ontoerekeningsvatbaar.

De wetenschap is in de wetgeving echter alleen welkom wanneer zij niet op gespannen voet staat met de heersende moraal.