
milieuschaamte - door peter bügel
Wij moeten ons schamen. We zijn namelijk rijk en dit geworden door het uitbuiten van armen. Armen die momenteel in grote getale van de honger omkomen. Wij komen niet door de honger om maar door teveel eten. Niet alleen eten we teveel, we kopen alles ook nog in allerlei buitengewoon milieu-onvriendelijke verpakkingen, die we vervolgens wegwerpen. We zijn niet alleen vraatzuchtig, maar ook lui. Daarom drinken we koffie uit plastic bekertjes in plaats van uit gewone kopjes. Die zouden we namelijk moeten afwassen, maar daar hebben we geen zin in. Luie moeders gebruiken wegwerpluiers in plaats van milieuvriendelijke katoenen. Iedereen weet dat we nog nooit in de geschiedenis van de mensheid zoveel afval per hoofd van de bevolking hebben geproduceerd. We leven in een wegwerpmaatschappij. Omdat we niet alleen veel, maar ook giftig afval produceren bederven we ons leefmilieu zo, dat we straks zullen uitsterven en de gehele natuur met ons. Door onze eigen schuld.
Omdat we hieraan allen schuld hebben moeten we boeten. We boeten door ons bewust te worden van ons afval. We worden ons bewust van ons afval door het te scheiden. Glas brengen we naar de glasbak, organische afval doen we in de stinkende biobak, papier geven we aan een goed doel, chemisch (foei) afval geven we mee met de chemokar, verdere afval doen we niet in een plastic (foei) zak maar in een container. Voorts betalen we elk jaar meer zuiverings, reinigings, milieu en rioolbelasting.
Schaamte, schuld, boete, ziehier de kern van het milieudenken. Een meer feitelijk boek over deze materie is “Rubbish!” van William Rathje en Cullen Murphy van de Universiteit van Arizona. Deze afvalonderzoekers, van huis uit archeologen, graven vuilnisbelten af en kijken in vuilniszakken.
Zij kwamen tot de conclusie dat wij tegenwoordig per persoon niet meer volume weggooien dan iemand uit het stenen tijdperk. Zo hadden de voorouders in de Verenigde Staten de gewoonte af en toe massale bisonslachtingen aan te richten. Uit opgravingen blijkt dat dit geweldige hoeveelheden rotzooi gaf. Wegwerpluiers maken momenteel één procent van het afval uit. Voedselverpakkingen en piepschuim zelfs veel minder dan een procent. Het verpakken van voorbereid voedsel blijkt tot minder afval te leiden dan het kopen van verse producten zonder verpakking. Een vergelijkend onderzoek in vuilnisbelten in Amerika en Mexico City bracht aan het licht dat in de laatste plaats drie keer zoveel voedsel werd weggegooid dan in Amerika. Vers voedsel bederft namelijk, zeker zonder koelkast, terwijl onbewerkt voedsel zelden in zijn geheel eetbaar is. Bij voorbewerking ontstaat uiteraard ook afval, maar dat kan meestal nog verkocht worden als veevoer.
Het scheiden voor recycling heeft alleen zin wanneer eraan verdiend kan worden. De grootste afvalpost is papier, maar liefst veertig procent van het afval bestaat uit telefoonboeken, kranten, computeruitdraaien, enzovoort.
Wanneer iedereen dat in een papierbak zou dumpen zou de oudpapiermarkt door het overvloedige aanbod instorten en zou het op dezelfde plaats belanden als nu: de vuilnisbelt. Doordat deze belten nogal luchtdicht zijn vergaat niks. Biefstukken van twintig jaar geleden kunnen intact opgegraven worden. Door deze gang van zaken komen ook geen giftige stoffen in ons grondwater en zijn we eigenlijk alleen maar bezig Nederland op te hogen. In ons land is het weggooien van vuilnis derhalve een lovenswaardige aangelegenheid.