De grootste milieuvervuiler is de mens en de aanslag die de westerse mens op het leefmilieu doet is vele malen groter dan de schade die zijn arme broeder in een arm land berokkent.

Om die reden moet de voortplanting in de rijke wereld worden ontmoedigd. Omdat rijke kinderen meer rommel maken dan arme is een progressieve belasting op het krijgen van kinderen op zijn plaats. Het ligt voor de hand kinderbelasting een veelvoud te laten zijn van wegenbelasting en rioolheffing. Technieken om op kunstmatige wijze zwangerschap te veroorzaken zoals invitro-fertilisatie behoren niet alleen niet meer vergoed te worden, er dient geen geld voor beschikbaar te worden gesteld. Beter kunnen deze fondsen aangewend worden om de abortuspil, RU 485, voor een habbekrats per automaat te verstrekken.

Het belangrijkste echter is de bestrijding van de zogenaamde kinderwens. Hier kan men niet vroeg genoeg mee beginnen. Het krijgen van kinderen moet in omvangrijke scholings- en propagandacampagnes te kijk gezet worden voor wat het is: een van de meest egocentrische handelingen die een mens kan verrichten. Jonge ouders dienen niet zozeer trots als wel beschaamd te zijn over hun borelingen. Benadrukt dient te worden dat voortplanten bij de mens vooral veel voorkomt in situaties van materiële of geestelijke deprivatie.

De blijheid van de zwangere en de misplaatste trotsheid van de spermadonor dienen van een psychopathologisch etiket te worden voorzien. Organisaties die de ongelimiteerde menselijke fok voorstaan dienen vervolgd te worden wegens schending van de mensenrechten, waarna hen zonder twijfel verboden zal worden dit soort mensonvriendelijke noties in woord of geschrift uit te dragen.

De afnemende kwaliteit van het sperma kan niet genoeg bejubeld worden als natuurlijke vorm van bevolkingsregulatie.

Wanneer al deze verstandige activiteiten effect hebben zal er een verder voortgaande vergrijzing van onze bevolking optreden. Onnadenkende lieden van conventionele huize roepen dan veelal: “dan zijn er geen jongeren meer om voor al die ouderen te zorgen.” Dit is natuurlijk lariekoek. Het zijn niet de ouden die verzorging behoeven maar de zuigelingen en kleuters. Gemiddeld zijn mensen in onze contreien slechts de laatste twee jaar van hun leven hulpbehoevend. Kinderen minstens achttien jaar. Dat betekent dat negen ouden evenveel aandacht behoeven als een kind.

Dan misverstand nummer twee, waarom zouden deze lieden zo nodig door jongeren verzorgd moeten worden? Omdat jongelui zo goed met ouderen kunnen omgaan? Het ligt voor de hand dat normaal gezonde zeventigers en tachtigers dit werk verrichten, die hebben ook meer te babbelen met hun soortgenoten. “Maar wie verdient het geld dan,” horen we Balkenende en de zijnen reeds schallen. Diezelfde ouderen natuurlijk. Het is volstrekt ongeloofwaardig dat iemand van vijfenzestig wel premier van Nederland kan worden, maar geen schoolmeester of bedrijfsleider.

De verplichting op enige leeftijd met pensioen te gaan kan gewoon opgeheven worden. Het toch reeds geheel theoretische idee dat kinderen voor hun ouders zorgen kan vervangen worden door het principe dat ouderen voor elkaar zorg dragen. Het zal duidelijk zijn dat op deze wijze een gerontocratie zal ontstaan. Daar lijkt mij niets mis mee, vooral omdat ik zelf tegen die tijd er ook toe zal behoren.