Een van de meest beroemde Nederlandse psychologen is A.D.de Groot. Zijn belangrijkste werk is het boek Methodologie. Hierin zet hij op scherpzinnige wijze uiteen aan welke regels wetenschappelijke onderzoekers zich zouden moeten houden. Een belangrijk denkbeeld is dat wetenschappers zich niet kunnen laten voorstaan op hun status, maar dat hun inzichten altijd ter discussie zouden moeten staan. De Groot gebruikt daarvoor het beeld van het forum, het marktplein uit de klassieke oudheid. Op het forum behoren geleerden elkaars inzichten kritisch ter discussie te stellen. Wetenschap is volgens de Groot een proces waarbij men anderen op redelijke wijze tracht te overtuigen.

De laatste Internationale Klimaatconferentie in Denemarken leek niet erg op dit ideaalbeeld. Om te begrijpen wat daar gaande was moeten we te rade bij sociaalpsychologen. Het verschijnsel waar het om gaat is treffend beschreven door James Thurber, in zijn autobiografische verhaal: de dag dat de dam brak.

Hij beschrijft een straat waarin plotseling iemand begint te rennen. Misschien besefte een man opeens dat hij te laat was voor een afspraak met zijn vrouw. Na een eindje begint een krantenjongen voor de lol mee te hollen. Een lijvige zakenman zet het ook op een sukkeldrafje. Na tien minuten is de hele straat aan het hollen. Een luid rumoer begint op te stijgen waaruit zich één woord kristalliseert: dam! Even later weet iedereen het: de dam is gebroken. Twee duizend mensen rennen zo hard als ze kunnen. ‘Ga naar het oosten’ weerklinkt het. “Naar het oosten, naar het oosten!’

De natuurlijke neiging van mensen om elkaar te volgen wordt conformisme genoemd. Bekende experimenten op dat gebied zijn gedaan door de Amerikaanse psycholoog Asch. In zo’n experiment kom je een kamer binnen waar vijf andere mensen zitten. Er worden twee lijnen geprojecteerd: A en B. A is anderhalf maal zo lang. Aan de eerste persoon wordt gevraagd: ‘welke lijn is langer?

”B’ zegt die. “Die is blind of gek’ denk je. De tweede, derde, vierde en vijfde persoon zeggen echter ook B. Nu begin je langzamerhand te denken dat je het zelf niet goed ziet. De kans dat je desgevraagd ook B zegt, blijkt in zo’n situatie behoorlijk groot.

Dit verschijnsel gaat ook in de wetenschap op. Wanneer iedereen roept dat we bezig zijn de atmosfeer te verwarmen, begin je te denken dat dat wel zo zal zijn. Uit experimenten blijkt verder dat conformisme nog grotere vormen aanneemt wanneer het wordt beloond en dissident gedrag bestraft. Dit is bij de wetenschappers ook het geval. Ze zijn voor hun levensonderhoud en wetenschappelijke reputatie afhankelijk van de broeikashypothese. Dat is jammer.

Er is namelijk wel degelijk evidentie voor zonneactiviteit als oorzaak van opwarming. Bovendien is bekend dat de toename van CO2 in de atmosfeer ook een gevolg is van de opwarming van zeewater. Verder leven we in een interglaciaal. Een relatief korte warme periode in een grote ijstijd. Wellicht zou het verstandig zijn de atmosfeer zo warm mogelijk te maken. Tenslotte zou een verhevigde neerslag kunnen leiden tot meer sneeuw in de poolgebieden waardoor het zeewaterpeil zou dalen.

Tenslotte zou daardoor de warme golfstroom omkeren waardoor het hier gemiddeld tien graden kouder zou worden. Al het stoken dat daarvan het gevolg zou zijn, zou hopelijk de atmosfeer weer iets verwarmen. Allemaal leuke discussies. Maar daarvan was geen sprake. Eerder een massa geleerden die aan het rennen was, weg van de gebroken dam.