Binnenkort beginnen de groentijden weer van de diverse studentenverenigingen. Hoe zwaarder de groentijd hoe meer de studenten later hun vereniging zullen waarderen. In de sociale psychologie zijn veel experimenten gedaan die bevestigen dat mensen dingen meer appreciëren wanneer ze, om ze te verkrijgen, door pijnlijke ervaringen heen moeten. Sommige onderzoekers gaven studenten elektrische schokken onder het voorwendsel dat dat nodig was om bij een bepaalde club te behoren. De lieden die de krachtigste schokken hadden gehad vonden de club naderhand veel leuker.

In een ander experiment werden vrouwelijke studenten uitgenodigd lid te worden van een discussieclub over seks. De ene helft kreeg een soort ontgroening. Om vrijuit over seks te kunnen praten was het nodig te oefenen in het voorlezen van schuttingwoorden, vertelden de onderzoekers. De andere helft mocht zo maar lid worden van de discussiegroep. Beide groepen kregen een bandje te horen met een discussie die zowel dom, saai als bombastisch was. De eerste groep studentes vond deze discussie interessanter en de participanten intelligenter dan de tweede groep. Die zagen gewoon wat het was: tijdverspilling.

De sociaalpsychologen verwijzen bij de verklaring van het verschijnsel naar de zogenoemde cognitieve dissonantie theorie. Deze zegt dat mensen een hekel hebben aan tegenstrijdige gevoelens. Wanneer iets moeilijk te verkrijgen is moet het wel goed zijn, anders heb je je voor niets zo ingespannen. Goedkoop is duurkoop. Een spijkerbroek van tweehonderd euro is veel mooier dan één van dertig euro van de markt. Zaken die door hard werk verkregen zijn achten we waardevoller dan dingen die zomaar voor niets tot ons komen. In verband daarmee wordt ook nog weleens naar Calvijn verwezen, die invloed gehad zou hebben op onze werklustige aard. Ledigheid is bovendien het oorkussen van duivel. Hoe het zij, volgens psychologen is hier in ieder geval sprake van een typisch menselijk verschijnsel.

De psycholoog Thomas Zentall van de universiteit van Kentucky vroeg zich onlangs af of dit zo was. Hij leerde een groepje duiven dat ze op een knop moesten pikken wanneer ze een graantje wilden. Toen ze dit snapten installeerde hij twee knoppen, een groene en een rode. Als een duif op de rode pikte viel al na één pikje een graantje. Op de groene pas na twintig keer pikken. Je zou verwachten dat de duiven de groene knop zouden mijden. Waarom per slot al die moeite als het ook gemakkelijk kon?

Dit bleek echter niet het geval. De duiven hadden een merkwaardige voorliefde voor de groene knop. Ze gebruikten die maar liefst twee maal zoveel als de rode om aan graan te komen. Volgens Dr Zentall maakte ook bij duiven de inspanning het graan waardevoller. Sociaalpsychologische theorieën en Calvijn zijn klaarblijkelijk niet noodzakelijk om dit gedrag te verklaren. In zo’n geval zetten we een evolutionaire verklaring in.

Volgens een Darwinistische denktrant zouden duiven die alles wat ze zagen maar gelijk op aten het minder goed doen dan kieskeurige duiven die zoeken leuk vonden. Na miljoenen jaren natuurlijke selectie zijn daarom nu nog slechts de uitslovers over. Dat geldt dan natuurlijk ook voor mensen. Pijn, moeite, inspanning, in het zweet ons aanschijns ons brood verdienen, zijn geen aangeleerde menselijke deugden. Uitsloven zit in de genen. Het voor wat hoort wat is mens en dier aangeboren. Om die reden produceren de meest vernederende groentijden de meest enthousiaste corpsleden.