Sinds 2000 krijg ik jaarlijks een enveloppe in de bus waarop vermeld staat: “Wereld Kanker Onderzoek Fonds. Enquête naar voedingspatroon en kanker. Belangrijk: de bijgevoegde vragenlijst is op naam gesteld. We stellen het zeer op prijs als u het formulier invult en aan ons terugstuurt.” In de enveloppe bevond zich steeds een zeer summier enquêteformulier met negen vragen waarop ik kon aangeven wat ik at, wat ik dronk, of ik rookte en of ik weet had van het verband tussen voeding en kanker. Mijn antwoorden zouden strikt vertrouwelijk behandeld worden, hoewel mijn naam er boven stond.

Op de achterzijde stond dat de organisatie ingeschreven was bij de kamer van koophandel en geen connecties had met de Nederlandse Kankerbestrijding/Koningin Wilhelmina Fonds (KWF). Bovendien ontving men geen overheidsgelden. Waarschijnlijk om die reden was naast het enquêteformulier een eenmalige machtiging afgedrukt waarop ik kon aangeven hoeveel geld ik wilde doneren aan het Wereld Kanker Onderzoekfonds.

Naast het formulier was nog een flyer aanwezig met “Richtlijnen voor voeding en gezondheid om kanker te voorkomen.” Daarin werd ik gemaand naast een ‘gevarieerde plantaardige voeding’ veel groente en fruit te eten. Planten met een laag vet en zoutgehalte hadden de voorkeur, evenals matig alcohol en voldoende lichaamsbeweging. Tenslotte moest in de keuken hygiëne in acht genomen worden. Dit alles onder het motto: ‘Geef kanker geen kans’.

Het zal duidelijk zijn dat deze missive een aantal vragen oproept. Allereerst natuurlijk de vraag wat het wereldfonds denkt te doen met deze summiere gegevens over mijn voedingsgewoonten. Zelf denk ik dat die ogenblikkelijk in het ronde archief gaan nadat mijn eenmalige machtiging er afgeknipt is. Dan is er de vraag hoe het mogelijk is dat geen poging ondernomen is bij deze bedelpartij zelfs maar een schijn van wetenschappelijkheid op te houden.

Dat de combinatie van het stellen van vragen over leefgewoonten en het daarbij vermelden welke daarvan schadelijk zouden zijn een methodologische horreur is, weet elke leek. De flyer vermeldt verder allerlei onderzoek op het gebied van voeding en kanker, dat “onomstotelijk aantoont dat wat wij eten de kans op het krijgen van kanker beïnvloedt.” Zo zou zijn aangetoond dat het eten van 400 gram planten daags de totale incidentie van kanker met 20 procent zou kunnen verlagen.

Het enige onderzoek waar zoiets uit geconcludeerd kan worden vergelijkt Afrika met ons rijke werelddeel. Alleen armen in warme landen eten zoveel plantaardig materiaal, omdat ze geen vlees kunnen betalen. Nu wil het geval dat kanker vooral oude mensen velt. In Afrika worden ze gemiddeld lang zo oud niet. Daarom is kanker daar niet zo’n vooraanstaande doodsoorzaak.

De waarheid is dat research op het gebied van kanker ons de laatste halve eeuw geen steek verder heeft gebracht. Om die reden heeft men zich geworpen op de preventie. Wetenschappelijk onderzoek op dat terrein heeft echter nog nauwelijks iets steekhoudends opgeleverd. In zo’n situatie is het gebruikelijk de schuld aan voedsel te geven. In de negentiende eeuw, toen veel armen aan tbc bezweken, geloofde men dat het eten van grote hoeveelheden spek en boter de ziekte kon voorkomen.

Omdat we nu rijk zijn geloven we dat juist het vermijden van zulk eten gezondheid brengt. Allemaal bijgeloof en fluiten in het donker. Wel knap als je daarmee geld uit de zak van het bange publiek kan kloppen.