
slurf - door peter bügel
Het verschijnsel van de olifant en de blinde, noemden Britse onderzoekers het in het artsenblad The Lancet. De blinde betast eerst de slurf, dan een poot, een slagtand en het kwastje van de staart en concludeert dat hij vier verschillende wezens heeft ontmoet. In de geneeskunde worden zieken ingedeeld op basis van de symptomen. Iedere groep klachten kent specialisten waarheen verwezen kan worden. Zo kan het gebeuren dat één ziekte met verschijnselen op de gebieden van een aantal specialisten door hen van verschillende diagnoses worden voorzien.
Wanneer iemand met zo’n ziekte bij een internist belandt is het etiket: prikkelbare darm. Bij de reumatoloog zal de diagnose fybromyalgie luiden. Bij de gynaecoloog: premenstrueel syndroom, bij de KNO-arts: globusgevoel, De longarts maakt er hyperventilatie van, de neuroloog spanningshoofdpijn, de allergoloog multiple sensitiviteit en de microbioloog tenslotte noemt het chronisch vermoeidheidssyndroom.
In de loop der tijden veranderden de namen van de diagnoses. Na de Eerste Wereldoorlog leden overlevende soldaten aan Shell Shock. Na de Golfoorlog aan het Golfsyndroom. Schrijvers leden vroeger aan schrijverskramp en ook telegrafisten hadden hun eigen kramp. Tegenwoordig noemen we dit Repetitive Strain Injury (RSI) of muisarm. Spoorwegwerkers kenden vroeger de Railwayspine een aandoening die sterk lijkt op de whiplashvan tegenwoordig.
Veel van de genoemde aandoeningen lijken een epidemisch karakter te hebben. Bij nader onderzoek blijken de ziekten zich vooral te verspreiden langs de lijnen van persoonlijke communicatie.
Er is wel onderzoek gedaan waarbij lijders aan fibromyalgie vergeleken werden met patiënten met reumatoïde artritis en patiënten met een prikkelbare darm met lieden met een darminfectie. Psychiatrische symptomen bleken bij de eerste groepen vaker voor te komen. De voor de hand liggende conclusie dat het dus gaat om aanstellers, die bovendien niet goed snik zijn, is voorbarig. Bovendien zou zo’n denkwijze kunnen leiden tot doorverwijzen naar psychiaters die weer een nieuwe diagnose op de aandoening zouden plakken. Iets als hypochondriasis ligt voor de hand.
Wanneer alle bovengenoemde aandoeningen uitingen zijn van één syndroom, is de huisarts de aangewezen behandelaar. Een ondankbare taak. Uitgebreid medisch onderzoek levert gewoonlijk niets op. Patiënten ervaren zulke uitslagen als slecht nieuws. Omdat er niets gevonden is, kan er ook niets gedaan worden. Aandringen op nog meer onderzoek maakt de contacten niet leuker.
Interessant is dat uitkomsten van MRI-scans een wetenschappelijk cachet geven aan een ouderwetse denkwijze. In de jaren veertig van de vorige eeuw spraken medici bij bovengenoemde klachten van psychosomatiek. De psyche veroorzaakte lichamelijke afwijkingen.
De plaatjes die tegenwoordig van het werkende brein gemaakt kunnen worden, lijken dit te bevestigen. Het gedeelte van het brein dat de emoties regelt, de amygdala, blijkt bij deze patiënten hyperactief. Bij onaangename lichamelijke gewaarwordingen voelen ze veel sneller een sterke angst, die de symptomen verergert. Door deze emoties worden de gedachten ook gevormd. Allerlei pijnlijke prikkels worden gezien als eerste tekenen van ongeneeslijke ziekten. Er is sprake van een vicieuze cirkel.
De pijnen, de opvattingen over gezondheid en ziekte en de angsten kunnen een negatieve spiraal gaan vormen. Het is gebleken dat het veranderen van de gedachten over symptomen, bijvoorbeeld door cognitieve therapie, effectief is. Wanneer daarnaast ook nog iets aan de pijn en de angst kan worden gedaan, door bijvoorbeeld ontspanningsoefeningen, is verbetering vaak mogelijk. Over de oorzaak van de olifant tast men nog in het duister.