Vrouwen maken zich vaak zorgen over de vorm van hun lijf. De voorbeelden die ze op de televisie, in de film en de reclame zien zijn gewoonlijk een stuk dunner dan zijzelf. Bij sommige vooral jonge vrouwen leidt dat tot extreme pogingen dun te worden. Door een combinatie van vasten en veel lichaamsbeweging branden ze zowel vet als spierweefsel op. De afwijking heet anorexia nervosa en gaat gepaard met een verwrongen beeld van het eigen lichaam. Meisjes die nog slechts 35 kilo wegen vinden zichzelf nog steeds te dik. De pogingen er aantrekkelijk uit te zien eindigen zo in het tegendeel daarvan. In het laatste stadium treden ook vreemd gesitueerde lichaamsbeharing en onvruchtbaarheid op.

Inmiddels krijgt de wetenschap belangstelling voor de mannelijke tegenhanger van dit beeld. In het American Journal of Psychiatry stonden in 2001 kort na elkaar twee artikelen over ‘muscle dysmorphia’, vrij te vertalen als ‘spierleed’. Onderzocht werden jongemannen in Oostenrijk, Frankrijk en de Verenigde Staten. Ze bleken gemiddeld een lichaam te willen dat 28 pond zwaarder was dan hun werkelijke lijf. Bovendien bleken ze de mening toegedaan dat vrouwen van mannenlijven hielden waar 30 pond meer spier op zat dan op dat van henzelf. Een misvatting. Een studie van dezelfde onderzoekers wees uit dat vrouwen niet van extra spieren houden.

De mannen met deze afwijking hadden last van schaamte, verlegenheid en functioneerden sociaal en in hun werk slecht. Net als de anorexia lijdsters hadden ze een onjuist lichaamsbeeld van zichzelf. Hoewel ze gewoonlijk extreem gespierd waren, vonden ze zichzelf te tenger. Ze vermeden sociale activiteiten en gaven soms zelfs goedbetaalde betrekkingen op om maar zoveel mogelijk tijd te hebben om met gewichten te werken.

In april 2000 kwam het boek The Adonis Complex: The secret Crisis of Male Body Obsession van Harrison Pope uit. Daarin werden twee onderzoeken van het tijdschrift Psychology Today besproken. Het eerste stamde uit 1972. Toen bleek dat 25 procent van de ondervraagde mannen zich te mager vond. Bij een- zelfde onderzoek uit 1997 was dit percentage gegroeid tot 67. Meer specifiek was in 1972 achttien procent van de mannen ontevreden over hun borstomvang. In 1997 was dat 38 procent. Het lijkt erop dat steeds meer jongemannen ontevreden zijn met hun spiermassa.

Net als bij de anorexia vrouwen is het probleem dat ze daar ook wat aan gaan doen. In Nederland lopen zo’n miljoen mannen regelmatig een sportschool binnen. Volgens onderzoek van R. van der Kleij van het Nederlands Centrum voor Dopingvraagstukken ontdekken een heleboel daarvan bovendien dat er ook een kortere weg is naar meer spieren dan al dat gezweet met gewichten. Ogeveer 40.000 van deze cosmetische sporters gebruikt anabole steroïden. Op die manier leidt ook dit streven naar aantrekkelijkheid tot een paradoxaal resultaat. Anabole steroïden hebben bij overmatig gebruik impotentie tot gevolg.