hersensex - door peter bügel
Wat groeit en bloeit en ons altijd weer boeit zijn de theorieën over de sekseverschillen. In het feministische kamp is het politically correct ervan uit te gaan dat vrouwen en mannen afgezien van enkele kleine verschillen gelijk ter wereld komen en dat naderhand optredend onderscheid een gevolg is van de ongelijke opvoeding en opleiding, de z
ogenaamde socialisatie.
Meisjes zouden gedwongen worden zich met poppen bezig te houden terwijl jongetjes hun jeugd moeten verdoen met speelgoedautootjes. Ook bij de vakken en schoolkeuze zou externe pressie jongens richting wiskunde drijven en meisjes de talenkant doen kiezen. Een propaganda-actie als “kies exact”, trachtte op grond van deze theorie corrigerend te werken.
Een ander gevolg van de verschillende opvoeding die jongens en meisjes kregen was het verschil in favoriete gespreksonderwerpen. Vrouwen houden ervan over emotionele problemen te praten, terwijl mannen het liever over voetbal hebben en bij problemen vooral geïnteresseerd zijn in de wijze waarop ze opgelost kunnen worden.
Waar het hier om gaat is de nature-nurture tegenstelling. Is het de aanleg of de opvoeding die verschillen bij mannen en vrouwen teweegbrengt? Eind vorige eeuw waren er weer meer publicaties die extreem de nature-kant kozen. Een aardig voorbeeld daarvan was het boek van Anne Moir en David Jessel: Brainsex. The real difference between men & women.
Zij wezen erop dat het neurale netwerk in de hersenen van mannen op sommige plaatsen sterk verschilt van de vrouwelijke hersenstructuur. De “bedrading” wordt onder invloed van geslachtshormonen aangelegd tijdens de groei van de foetus in de baarmoeder. Wanneer je zwangere ratten inspuit met het mannelijke hormoon testosteron hebben de vrouwelijke nakomelingen mannelijke hersenen. Ze gedragen zich vervolgens zowel agressiever als speelser dan hun onbehandelde zusters, die zij steeds beklimmen voor een nepparing.
Bij mensen is onderzoek gedaan bij vrouwen die door medicatie tijdens de zwangerschap veel testosteron hadden binnengekregen. De dochters waren later meer geïnteresseerd in auto’s dan in poppen en waren wilder en agressiever dan andere meisjes.
Iedereen komt met een mannelijk of vrouwelijk gevormd brein ter wereld.
Pasgeboren baby’s vertonen al duidelijke verschillen. Meisjes huilen sneller, maar zijn ook sneller weer stil, onderhouden meer oogcontact en kunnen een menselijk gezicht onderscheiden van een voorgehouden ballon. De meer objectgerichte jongetjes zien dat verschil niet, ze zijn tevreden als ze het vast kunnen pakken om er mee te spelen.
Later worden die verschillen duidelijker: vrouwen richten zich op personen, hebben meer gevoel voor taal en vangen zintuiglijke prikkels beter op. Mannen zijn meer objectgericht, agressiever en hebben een betere coördinatie tussen oog en lichaam op het gebied van de grove motoriek waardoor ze verhoudingsgewijs wat vaker coureur of voetballer zijn.
Omdat mannen objectgericht en visueel ingesteld zijn, raken ze opgewonden van pornofilms en pin-ups. Vrouwen zouden meer persoonsgericht zijn en meer verlangen naar een relatie met intimiteit dan naar pure seks. De Bouquetreeks is het vrouwelijke equivalent van het pornoboekje.
Wanneer we dus willen dat meisjes exact kiezen en jongens meer huilen, kunnen we het beste zwangere moeders een uitgekiende hormonenmix geven. Maar willen we dat?