
evolutie achteraf - door peter bügel
Op de een of andere manier gaat het altijd fout met de theorieën over verschillen tussen mannen en vrouwen. Vroeger was er de feministische theorie dat dergelijke verschillen aan de opvoeding te wijten waren, die op haar beurt weer werd beïnvloed door de misse maatschappij waarin wij leven.
Onder invloed van de sociobiologie begint nu langzaam door te dringen dat mannen en vrouwen verschillende hersens hebben, die aangeboren verschillen teweegbrengen. Die verschillen in hersenstructuur zijn anatomisch aantoonbaar. Vrouwen hebben gewone hersenen, tijdens de groei van de mannelijke foetus veranderen deze in een mannelijk brein onder invloed van geslachtshormonen die door het kleine baasje zelf geproduceerd worden. Vrouwen kunnen dan ook andere dingen beter dan mannen.
Wanneer we nu met deze wetenschap het heikele terrein van seksueel geweld en ongewenste intimiteiten betreden, dreigen allerlei valkuilen.
Enige tijd geleden schreef Rita Kohnstamm een dapper stukje over deze materie in NRC
Handelsblad. Zij beweerde daar enkele dingen die een man beter niet kan schrijven. Bijvoorbeeld:…”het motto waaronder het vermeende onheuse gedrag van mannen aan de kaak wordt gesteld ‘Als een vrouw nee zegt, bedoelt ze nee’ deugt ook al niet. Soms bedoelt ze inderdaad: nee. Soms: ja. Soms: ik weet het niet.” Verder raadde ze mannen aan op het werk een flirtstaking te beginnen om te zien of hun vrouwelijke collega’s zoiets wel op prijs stelden. (Ze dacht van niet.)
Mannen zijn wervend, vrouwen afhoudend en Rita meende dat een evolutionaire verklaring hiervoor op zijn plaats was. Mannen zouden hun voortplantingssucces verhogen door zoveel mogelijk vrouwen te bevruchten en vrouwen het hunne, door niet meteen toe te geven maar eerst af te tasten of de betreffende man haar en haar nakomelingen wel zou kunnen beschermen.
Het probleem dat met zulke verklaringen opduikt is dat een beetje gisse jongen voor alles een evolutionaire verklaring achteraf kan verzinnen. Wanneer we in een wereld zouden leven waarin vrouwen versierders waren, en mannen quasi preuts en terughoudend, zou gesteld kunnen worden dat dit evolutionair verklaarbaar is.
De vrouw heeft elke maand maar een ei ter bevruchting, dus is het van groot belang dat zij zelf de macht heeft een keuze te maken uit potentiële vaders, tevens zijn de inspanningen van die vaders bij de verzorging van het nageslacht onontbeerlijk, en daarom is het voor het jonge leven van belang dat zij de lakens uitdeelt in het gezin en de man verbiedt naar andere vrouwen om te zien.
Gelukkig wil hij dit ook niet want door de evolutie is een verzorgend eenkennig type man uit geselecteerd. Om die reden is de vrouw in de loop van de evolutie ook veel sterker en groter geworden dan de man: wanneer het andersom was zou de mogelijkheid van ongewenste bevruchting mogelijk worden, en het is natuurlijk zonneklaar dat dit niet in het belang is van het voortbestaan van de soort.
Het zou natuurlijk denkbaar zijn, wanneer de evolutie verder voortschrijdt en beschaving wordt, dat mannen af en toe protesteren tegen hun lot. Dat is wel begrijpelijk maar toch dom, omdat de verschillen berusten op miljoenen jaren experimenteren door de natuur. Verder kan het leven, wanneer men rekening houdt met deze verschillen nog heel draaglijk zijn voor beide seksen.