herkauwen - door peter bügel
Veel psychologische inzichten zijn eerder terug te voeren op Calvijn dan op wetenschappelijk onderzoek. Ik doel hier bijvoorbeeld op de opvatting dat levensgeluk vooral door inspanning verworven wordt en dat alles dat je gemakkelijk toevalt diep gewantrouwd moet worden. Zo wil een veel gehoorde wijsheid dat emotionele problemen onder ogen moeten worden gezien, geuit en besproken, omdat ze anders blijven voortwoekeren als een veenbrand. Tv-shows zijn momenteel geliefde plekken om zo’n zuivering op rituele wijze te voltrekken. We moeten onze moeilijkheden ophoesten in plaats van ze verdringen, is de gedachte. Jane Bybee van de universiteit van Boston deed onderzoek naar deze denkwijze. Studenten werden door middel van een persoonlijkheidstest ingedeeld in verdringers, gevoeligen (voor eigen stemmingen) en middelmatigen. Op hen werd ook een reeks andere tests losgelaten en leerkrachten werd gevraagd de studenten te beoordelen. Wat bleek? De verdringers scoorden op elk gebied hoger. Ze waren minder verlegen en bang, konden beter tegen frustratie, vertoonden meer sociale vaardigheden en haalden betere cijfers. Verder hadden ze een positiever beeld van zichzelf dan de gevoeligen. Bybee speculeerde dat de verdringers zich beter konden concentreren, vandaar de hogere cijfers, en prettiger in de omgang waren. Emotioneel gedrag en aandachttrekkerij worden gewoonlijk niet zo op prijs gesteld, stelde ze. De verdringers hadden plezierige stabiele stemmingen, waardoor ze bij hun medestudenten beter in de smaak vielen.
Een ander onderzoek dat onlangs werd gepresenteerd op Het Annual Convention of the American Psychological Society, liet iets dergelijks zien. Susan Nolen, van de universiteit van Michigan, onderzocht mensen die onlangs een geliefde hadden verloren. Ook hier luidt de conventionele wijsheid dat het goed is te rouwen, dat wil zeggen tijd te nemen om het verlies te verwerken. Nolen bepaalde kort na het verlies de mate waarin de rouwenden in gedachten terugblikten. Mensen die dat veel deden noemde ze ruminators: herkauwers. Toen ze zes maanden later zulke mensen opnieuw onderzocht bleek deze groep veel meer depressieven te bevatten dan de andere. Mensen met veel sociale steun, die veel gelegenheid hadden bij het verlies stil te staan in gesprekken, scoorden ook hoog op de depressieschaal. So much voor rouwbegeleiding. Het uitgebreid stil staan bij omstandigheden die toch niet veranderd kunnen worden verergerde volgens Nolen de somberheid. Juist depressieven hadden deze neiging sterk. Mensen met veel verantwoordelijkheden, die het druk hadden, scoorden veel lager op een depressieschaal.
Het lijkt met onplezierige gevoelens dus zo te zijn dat het uiten ervan, het erbij stil blijven staan, het analyseren, erover praten met steunende figuren, niet het effect heeft dat er gewoonlijk aan wordt toegeschreven. Het werkt averrechts. De gevoelens die men liever kwijt dan rijk is worden dan juist sterker en gaan een eigen leven leiden. Beter is het je kop erover te houden en te zorgen dat je het druk krijgt.