
rolmodel - door peter bügel
De theorie dat kinderen vooral door andere kinderen werden opgevoed, en dat de invloed van ouders gering was, deed in 1999 nogal wat stof opwaaien. Het boek: Het misverstand opvoeding van Judith Harris werd her en der tuttuttend besproken. Natuurlijk hadden andere kinderen wel invloed, maar je moest ook niet overdrijven, was de teneur bij de deskundigen. In Amerika waren de ouders ook veel minder thuis dan in Nederland. Deze reacties deden niet geheel recht aan het boek, dat niet alleen zeer volumineus, maar ook nogal overtuigend was. De auteur was voordien auteur van enkele handboeken ontwikkelingspsychologie geweest. Ze kende het onderzoek waarop de gebruikelijke opvoedingstheorieën waren gebaseerd van haver tot gort. Zwakke statistische verbanden werden daarin vaak uitvergroot tot oorzaak en gevolg. Hierdoor ontstond naar haar idee volstrekt ten onrechte het beeld van kinderen als onbeschreven bladen, die door hun opvoeders werden ingevuld.
Harris plaatste daar het model tegenover van genetisch reeds halfvolle papieren, die door groepssocialisatie door de andere kinderen verder beschreven werden. Kinderen zijn namelijk vooral geïnteresseerd in andere kinderen. Volwassenen zijn er voor de veiligheid en de calorieën. Ook op scholen leren de kinderen vooral van elkaar hoe zij zich moeten gedragen, waarbij de iets oudere kinderen als rolmodel dienen. De leerkrachten vervullen in dit model meer de rol van cipiers.
Het is jammer dat Harris haar analyse alleen op de kindertijd loslaat. De beschreven wijze van leren zet zich namelijk daarna niet zelden voort. In ieder geval zolang er sprake is van onderwijs. Veel beroepsgroepen danken hun identiteit aan zulke vormen van groepssocialisatie. Een voorbeeld is het praktische deel van de medische opleiding: de coassistententijd. De meest treffende beschrijving daarvan die ik ken, is te vinden in het boek The House of God van Samuel Shem. De hoofdpersoon leert daarin van oudere collega’s hoe zich staande te houden in de surrealistische ziekenhuiswereld. Belangrijk is de behandeling van gomers. Een categorie patiënten waarbij de gedachte; go out of my emergency room onmiddellijk postvat. Te denken valt bijvoorbeeld aan dementerende oudjes. De regel is namelijk dat erg oude mensen steeds maar blijven doorleven en dat voornamelijk jonge mensen sterven aan de ernstige kwalen die ze hebben. De hele oude patiënten moeten daarom zo snel mogelijk weg. De methode daarvoor is een draaideurtactiek, waardoor ze voor ze het weten weer op de stoep staan. Wanneer het onmogelijk is aan een opname te ontkomen, moet de gomer zo snel mogelijk worden doorverwezen naar andere afdelingen. Dat kan door er een passende diagnose op te plakken. Op de andere afdelingen van het ziekenhuis zitten echter ook coassistenten, en die proberen zulke opnames ook te vermijden. Echte diagnoses hebben daarom de voorkeur. Bij opgenomen gomers kan het bed extra hoog worden ingesteld zodat ze bij een onvermijdelijke val een heup breken, zodat ze acuut naar een chirurgische afdeling moeten. Een nog hogere afstelling van het bed kan tot een verwijzing naar een neurologische afdeling leiden. Hierdoor komt plaats vrij voor patiënten die wel voordeel bij een ziekenhuisopname kunnen hebben. Al deze survivaltactieken leert de jonge dokter van een iets oudere. Het vervolgboek: Mount Misery, leert dat de specialisatie tot psychiater op dezelfde wijze gestalte krijgt. De auteur werkt zelf in een opleidingsziekenhuis. Hij schreef de boeken om een of andere reden onder pseudoniem.