De grootste helft van de vorige eeuw geloofden dokters dat maagzweren psychosomatisch waren. Allerlei theorieën deden de ronde. Volgens één was het zo dat ongeuite agressie de oorzaak was. Deze sloeg als het ware naar binnen. Het was dan ook niet verwonderlijk dat mannen die een hekel aan hun baas hadden risico liepen een maagzweer te ontwikkelen. Psychotherapie zou deze ingehouden mannen moeten helpen.

In 1982 ontdekten wetenschappers een taaie en virulente bacterie, bekend onder de naam Helicobacter pylori. Deze vond het lekker in het maagzuur, beschadigde de maagwand en kon zelfs op termijn maagkanker veroorzaken. Om te testen of hij ook verantwoordelijk was voor maagzweren begonnen dokters hun maagpatiënten cocktails van antibiotica te geven. Een combinatie van ampiciline en flagyl, twee gewone medicamenten, bleek goed te werken. Mensen die al jaren vreselijke maagpijn hadden van hun maagzweren, waren ineens genezen. Daarmee verdween ook de theorie over psychologische oorzaken. Sterker nog, de hele geschiedenis werd een voorbeeld van de onterechte gewoonte ziektes met onbekende oorzaak psychologische te duiden.

Dit was echter niet het einde van het verhaal. Nader onderzoek wees uit dat bij acht van de tien mensen met H. pylorie in de maag geen maagzweren gevonden konden worden. Een artikel in het Journal of the American Medical Association (JAMA) beschreef een onderzoek bij mensen met serieuze stressproblemen. Het bleek dat die groep een veel grotere kans had in de loop van 15 jaar een maagzweer te ontwikkelen. In een ander onderzoek, gerapporteerd in de Archives of internal Medicine, werd een groep van 4500 mensen gevolgd. Mensen die vonden dat ze gestrest waren hadden twee maal zo vaak een maagzweer dan de groep die zich stressvrij achtte.

Interessant is ook de bevinding dat maagzweren veel meer voorkomen na rampen. De Hanshin-Awaji aardbeving in Japan werd gevolgd door een duidelijke toename van het aantal bloedende maagzweren.

De rol van stress en ongeluk op de gezondheid wordt wederom in toenemende mate erkend. Allerlei medische publicaties gewagen van de invloed van stress op verergeringen van astma, hoge bloeddruk en suikerziekte. Het lijkt erop dat chronische stress invloed heeft op het brein, op het immuunsysteem dat verantwoordelijk is voor onze weerstand tegen ziektes en op het endocriene systeem, dat allerlei chemicaliën als hormonen in ons lichaam afscheidt. Bij voortdurend gespannen mensen genezen wondjes minder snel en komen latente virussen, zoals de herpes die de koortslip veroorzaakt, weer tot uiting. Ook is gevonden dat de hersencellen, die een rol spelen bij de herinnering versneld afsterven.

Vroeger veronderstelden artsen alleen psychologische oorzaken bij ziektes die ze niet begrepen. Zo werd multiple sclerose lang gezien als een hysterische aandoening en werd de tering in verband gebracht met een te hartstochtelijk gemoed. Meer begrip van het ontstaan van ziekten deed de slinger eerst terugzwaaien naar de puur somatische verklaringen. Het lijkt erop dat een nieuw evenwicht tussen psyche en soma voor de verklaring van het optreden van ziekten in zicht komt. Dit zou consequenties moeten hebben voor de behandeling. De maagzweer kan dan genezen worden met antibiotica terwijl de kans op recidief verkleind wordt met interventies op psychologisch vlak. De dokter zal in dat geval bij alle aandoeningen ook moeten vragen naar de verdere levensomstandigheden. Nu doet hij dat alleen bij onbegrepen klachten met het ongunstige effect dat de patiënt zich onmiddellijk niet serieus genomen voelt.