Alles wat deze eeuw is misgegaan is moeders schuld. Er is weinig waar moeders in de afgelopen eeuw niet van beschuldigd zijn en tot overmaat van ramp verwijten zij zichzelf ook alles wat naderhand het geluk van de kinderen in de weg lijkt te staan. In “Bad Mothers: The Politics of Blame in 20th Century America” onder redactie van Molly Ladd-Tayler en Lauri Umansky, is een opsomming te vinden die meer dan 400 pagina’s beslaat. Momenteel is het zo dat wanneer je alcoholist bent, of persoonlijkheidsproblemen hebt, wanneer je lijdt aan anorexia, een jeugdige delinquent bent of moordenaar, wanneer je schizofreen bent of aan wiegendood overleden, dan is het waarschijnlijk dat jij of iemand in jouw plaats je moeder daarvan de schuld zal geven. Waarschijnlijk zal ze zichzelf ook verwijten maken.

Vaders krijgen nooit de schuld. Wanneer ze autoritair zijn, of juist onzeker, komt dat door de slechte invloed van hun moeders. Theodore Roosevelt meldde in 1917 dat pacifistische moeders door hun pathologische band met hun zonen verzwakte lafaarden van ze maakten, die bijdroegen aan de morele desintegratie van het land. In 1928 droeg de beroemde psycholoog J.B. Watson zijn boek “Psychological Care of Infants and Children” op aan “de eerste moeder die een gelukkig kind grootbrengt”, om te vervolgen met grote twijfels aan die mogelijkheid.

Al eerder had de psychoanalyticus J.C.Flagel in “The Psychoanalytic Study of the Family” (1921) betoogd dat moeders door hun gezeur en overbezorgdheid kinderen produceerden, die tot geen enkel sociaal leven in staat waren. In 1942 schreef P.Wylie in “Generation of Vipers” dat vrijwel alle problemen van de Amerikaanse maatschappij te wijten waren aan moederverering. In de tweede editie die op het hoogtepunt van de communistenjacht van McCarthy uitkwam, werden moederschap en communisme als verwante kwaden afgeschilderd. De psychiater E. Strecker vergeleek in “Their Mothers’ Sons” in 1946 ‘momisme’met nazisme. Het nazidom was niets anders dan een ‘Momarchie’, ‘een moedersurrogaat met het hakenkruis als hart’. Hitler was een soort supermoeder geweest, naar zijn inzicht.

Sindsdien is het allemaal niet veel beter geworden. Uit een inhoudelijke analyse van 125 artikelen in negen verschillende geestelijke gezondheids­tijdschriften uit de jaren 1970, 1976 en 1982, bleek dat moeders daarin de schuld kregen van 72 soorten problemen bij hun kinderen. Deze varieerden van bedplassen tot schizofrenie, van kleurenblindheid tot agressief gedrag en van leerproblemen tot transseksualiteit.

Het blijft echter niet bij schelden. De in 1996 in de V.S. uitgevaardigde “Personal Responsibility Act” schrapte alle bijstand aan alleenstaande moeders met van hen afhankelijke kinderen. De inspiratoren van deze barbaarse maatregel waren Charles Murray en Richard Hernstein die in hun boek “The Bell Curve” hadden aangetoond dat er een duidelijke correlatie was tussen het ongehuwde moederschap en armoede en misdaad. Een uitkering zou met name zwarte pubers ertoe aanmoedigen niet te gaan werken, maar zwanger te worden en thuis te gaan zitten. Volgens de auteurs is het interessant in dit verband de vergelijking met welgestelde moeders te maken, die juist voor slecht worden gehouden wanneer ze buitenshuis gaan werken en hun kind in de creche doen.

Opmerkelijk is tenslotte dat wetenschappelijk onderbouwd advies over goed moedergedrag schittert door afwezigheid. Er is niets bekend over een goede leeftijd voor het moederschap of over het effect van thuisblijven. Of je een klap mag geven, welke slaapgewoonten goed zijn, of een baby bij zijn ouders in bed mag slapen, de lijst van onzekerheden is eindeloos. Dat is handig, want zo blijft het altijd moeders schuld.