En het geschiedde in die dagen dat de mensen tot het besef kwamen dat hun handel en wandel bepaald werd door de sterren. Wat zij deden of juist nalieten bracht hen niet zelden zelf tot verbijstering, maar dat was geen wonder want het aantal sterren was ook verbazend. Ook alles wat hen in hun korte leven overkwam leek vaak gruwelijk en bovendien van elke zin ontbloot. Door naar de sterren te schouwen zou zin en orde gevonden kunnen worden.

En zo begon de mensheid aan een schier bovenmenselijke taak: het volledig in kaart brengen van de sterrenhemel. Her en der startten onderzoeksgroepen van sterkundigen die elk een part van de hemel voor hun rekening namen. Elders toonden geleerden aan dat bepaalde sterren invloed hadden op ziekten en aandoeningen die tevoren toevallig hadden geschenen. Weliswaar was de invloed van deze boze sterren niet steeds eenduidig vast te stellen, het geboren worden onder bepaalde gesternten was zonneklaar risicofactor voor omschreven doodsoorzaken. Naarmate meer geleerden zich op dit terrein stortten, werd steeds duidelijker dat de invloed van de sterren haast onmetelijk was.

Een vermetele geleerde poneerde de theorie van de zelfzuchtige sterren. Wij waren er slechts, zo monkelde hij, om het voortbestaan van de sterren te garanderen. Want, waar waren de sterren wanneer er geen menselijke beschouwers meer waren om hun existentie te bevestigen? Mensen waren slechts machteloze voertuigen van de sterren. Volgens sommige sterkundigen echter toch bekleed met een geringe macht.  Wanneer het zo was dat de sterren de levensloop van de mensen bepaalden, zou het dan niet mogelijk zijn door ingrepen in de hemel invloed uit te oefenen op deze gang van zaken, zo vroegen zij zich af. De sterren zelf stonden weliswaar ver weg onwrikbaar aan de hemel, het zou toch mogelijk moeten zijn door bijvoorbeeld het lanceren van zogenoemde kunstmanen een zekere, weliswaar geringe, invloed uit te oefenen op de aanblik van de hemel. Levende organismen zouden zich daardoor anders gaan ontwikkelen en het was wellicht denkbaar dat zelfs door de sterren veroorzaakte ziekten op deze wijze bestreden konden worden.

Bij wijze van experiment werd een kalf ter wereld gewekt onder dispositie van enkele kunstmanen. Dit gouden kalf zou nakomelingen moeten voortbrengen met geneeskrachtige melk. Maar sommige mensen achtten dit blasfemie en opponeerden heftig tegen dit menselijk ingrijpen op een terrein waar slechts de sterren mochten heersen. Het bleef bij één kalf. De nakomelingen ervan werden geteisterd door ziekten. Het was duidelijk dat de sterren niet met zich lieten spotten. Intussen ging het in kaart brengen van het sterrengenoom in volle gang door. Van elke ster werd plaats (P), helderheid (H), kleur (K) en verbondenheid met andere sterren (V) bepaald.

Vlak voor het einde  van een duizendjaarfeest werd een eerste grote stap voorwaarts gemaakt. Alle sterren van de melkweg waren gecodeerd. Jubelende sterkundigen riepen dat nu een eerste stap was gezet op de weg naar een volledig begrip van wie wij waren. Nog nimmer had de mensheid zo’n gigantische wetenschappelijke sprong voorwaarts gemaakt. Het zou nog maar enkele tientallen jaren duren of van alle sterren zou de PVKH-code bekend zijn. Alle sterren die de mens maakten tot wat die was. Volledig begrip van leven, ziekte en dood zou uit de sterren gelezen kunnen worden. Zinloos lijden en sterven zouden tot het verleden behoren en het gebouw van de wetenschap zou tot de sterren reiken.