Psychiaters, psychotherapeuten en maatschappelijk werkers hebben als regel geen gunstig effect op het levensgeluk. Een voorbeeld daarvan was in 1997 in het nieuws. De rouwtherapeut Jos de Keijser promoveerde op het proefschrift “Sociale steun en professionele begeleiding bij rouw”. Het ging om de effectiviteit van hulp aan mensen die hun partner hadden verloren. Hadden ze meer aan steun van familie en vrienden of voelden ze zich beter door professionele hulp van speciaal getrainde maatschappelijk werkers? Het eerste bleek het geval. De bemoeienis van beroepsmensen bleek zelfs vaak averechts te werken omdat de familie zich dan terugtrok.

Deze onderzoeksuitkomst is er één in een lange reeks. In de zestiger jaren ontdekte de Amerikaanse onderzoeker Rioch dat huisvrouwen, die een kortdurende gespreksvaardigheidstraining hadden gehad, effectiever waren als psychotherapeut dan gekwalificeerde krachten. In een ander onderzoek van Poser uit 1966 bleek dat studenten meer succes hadden als groepstherapeut dan speciaal daarvoor opgeleide psychiaters en psychiatrisch verpleegkundigen. Het Amerikaanse National Institute of Mental Health subsidieerde vervolgens een groot aantal van deze experimenten.

Counseling, individuele en groepstherapie en crisisinterventie werden door echte professionals en door paraprofessionals met een training van maximaal 15 uur uitgevoerd. In een samenvatting van de resultaten schreef de Amerikaanse onderzoeker Durlak in 1979: De overall uitkomsten zijn in het voordeel van de paraprofessionals. In 28 onderzoekingen was geen verschil in uitkomst, terwijl in 12 de paraprofessionals significant beter waren. Opleiding, training en ervaring leidden niet tot betere therapeutische vaardigheden.

Na nog meer onderzoek, met dezelfde resultaten moest zelfs het bastion van de Amerikaanse psychiaters de American Psychiatric Association in 1982 toegeven dat ‘psychotherapie weliswaar soms helpt, maar dat de condities waaronder dat het geval is niet goed begrepen worden.’In dit licht bezien is de massale toeloop naar de Riaggs niet erg bevorderlijk voor de geestelijke volksgezondheid. Mensen die daar eenmaal in therapie zijn, zoeken hun steun minder bij vrienden en verwanten dan voordien. Toch is daar eerder heil te vinden dan bij de gestudeerde types die zich na jaren duurbetaalde leertherapie psychotherapeut mogen noemen.