Hoe meer er verandert hoe meer het hetzelfde blijft. Tien jaar geleden, ter gelegenheid van het begin van 1997 ruimde ik knipsels uit 95 en 96 op. Op 22 februari 1995 schreef Mirjam de Rijk een stuk, getiteld: 38 leugens over de economie, in De Groene Amsterdammer. Rechtse mythes, noemde ze die, en ze blijken hardnekkig. Zo zou het in begin 1995 slecht gaan met de Nederlandse economie. Daarom waren maatregelen nodig. Maatregelen, die, nu niet meer ontkend kan worden dat het prima gaat met de economie, in 1995 ging het trouwens ook helemaal niet slecht, er nog hetzelfde uitzien. Momenteel zouden ze moeten strekken ter vermindering van de werkloosheid.

Deze maatregelen zijn nog steeds gebaseerd op dezelfde fabels. Nog steeds zou meer groei, winst en investering moeten leiden tot meer arbeidsplaatsen. Toch is wel bekend dat de verdrievoudiging van de Nederlandse produktie sinds 1960 slechts tot een paar procent meer werkgelegenheid heeft geleid. Meer produktie leidt klaarblijkelijk niet automatisch tot meer werk. Een andere veel verkondigde fabel is de groei van de werkloosheid in de laatste decennia. Het percentage van de bevolking dat met werk geld verdient is sinds de Tweede Wereldoorlog echter steeds iets gegroeid en ligt nu op ongeveer veertig procent. De geringe groei is te danken aan de arbeidstijdverkorting en deeltijdwerk.

Dan de fabel dat er meer laaggeschoold werk moet komen. Papiertjesprikkers en Melkertbanen. Er zijn in Nederland merkwaardigerwijs evenveel laaggeschoolden als banen voor laaggeschoolden. Die banen worden helaas bezet door hoger opgeleiden omdat er te weinig hooggeschoold werk is. Voor een helder inzicht in de oorzaken van het in stand blijven van deze mythen is het van belang te kijken in wiens voordeel ze zijn.

Eenvoudig is dat bij de mythe dat loonmatiging het beste middel tegen werkloosheid is. Loonmatiging zorgt voor meer winst. Winstmakende bedrijven stoten momenteel veel arbeidskrachten af om nog meer winst te maken waarmee bijvoorbeeld buitenlandse bedrijven kunnen worden opgekocht. De enige maatregelen waarvan zeker is dat ze werk opleveren zijn arbeidstijdverkorting en belastingverhoging. Met dat laatste kunnen namelijk gegarandeerd banen worden geschapen in het onderwijs en de ziekenverzorging. Ondernemers zijn daar mordicus tegen. Zij roepen dat een verlaging van het minimumloon zal helpen. Een interessante stelling.

Er zijn in Nederland vrijwel geen werknemers die het minimumloon verdienen. Lieden die roepen dat dit goed zou zijn, bedoelen daarmee twee andere zaken die gewoonlijk onder tafel blijven. Om zulke lage lonen te mogen betalen moeten eerst de vakbonden worden afgeschaft. Om mensen te vinden die voor een hongerloontje willen gaan werken moeten vervolgens de uitkeringen drastisch verlaagd worden. Bijvoorbeeld door het invoeren van een basisuitkering. Ook in 1995 moest Nederland al een distributieland zijn. Daarmee werd niet gedoeld op cannabis, maar op Rotterdam als grootste haven en Schiphol als steeds maar aanzwellende bron van herrie. Rotterdam is vooral groot in de bulksektor waarbij veel verdiend wordt, vooral omdat er weinig arbeid bij nodig is. De overheid rechtvaardigde de dertig miljard die ze in Schiphol wilde steken met wijzen naar dertigduizend nieuwe banen, een miljoen per arbeidsplaats.

In sektoren waar men om hulp zit te springen kon daarmee tien maal zoveel werkgelegenheid worden gecreëerd. De tientallen miljarden voor de Hoge Snelheidstrein en het Betuwespoor zullen komend jaar met eenzelfde soort praatjes verkocht worden. Het zal duidelijk zijn: de economische mythen, waarmee we ook in 2007 weer bedonderd zullen worden zijn bedoeld als opium voor het volk. Er is niets nieuws onder de kapitalistische zon.