“Why is Sex Fun?” is de titel van tien jaar oud boek van Jared Diamond. Hij behandelt daarin de evolutionaire ontwikkeling van de menselijke seksualiteit. Eén van de kwesties die hij bij de kop neemt, is de vraag waarom menselijke vrouwen tijdens de ovulatie geen rode huidverkleuring rondom de vagina krijgen zoals bavianen. Net als de meeste zoogdieren paart een bavianenvrouwtje alleen tijdens haar vruchtbare periode. Omdat deze duidelijk zichtbaar is, weten mannetjes waar ze aan toe zijn. Bij de mens is de eisprong voor zowel vrouw als man verborgen. Dat lijkt niet zo handig voor de voortplanting en omdat alles wat de voortplanting in de weg staat evolutionair niet door de beugel kan, is er een probleem. Om hier onderuit te komen zijn twee theorieën verzonnen.

De eerste noemt de auteur de ‘pappie thuis’ theorie. Gesteld dat de vrouwen van onze verre voorouders wel een rood achterste kregen wanneer ze vruchtbaar waren, dan zou holenman gedurende die tijd enthousiast aan het paren slaan, teneinde zijn genen door te geven. Wanneer ze weer gewoon gekleurd was, zou hij haar ogenblikkelijk in de steek laten om op de oersavanne te zoeken naar andere verkleurde vrouwen. Hij zou zich geen zorgen hoeven te maken dat zijn holenvrouw vreemd zou gaan en hem met onechte kinderen zou opzadelen. Een dergelijke verbintenis zou desastreus zijn voor het nageslacht dat een zorgende moeder en vader nodig heeft. Met een verborgen ovulatie moet de echtgenoot thuis blijven en zoveel mogelijk paren. Zijn kans zich voort te planten wordt daardoor vergroot en de kans dat zijn vrouw echtbreuk pleegt verkleind. Verder kan hij wel op pad gaan, maar hij kan niet zien welke buurvrouwen vruchtbaar zijn. De verborgen ovulatie bevordert monogamie, vaderlijke zorg en vaders zekerheid omtrent de afkomst van het kroost.

De tweede theorie is die van de ‘vele vaders’. In primitieve menselijke samenlevingen en bij chimpansees en gorilla’s is kindermoord gewoon. Met name infanticide door mannetjes op kinderen van vrouwtjes waarmee zij nooit gepaard hebben. De voordelen daarvan liggen voor de hand. Een vrouwtje ovuleert gewoonlijk niet zolang ze een kind zoogt. Door het jong te doden komt de cyclus weer op gang en kan de moordenaar haar zwanger maken van zijn eigen nageslacht. Bij sommige dieren is infanticide de belangrijkste oorzaak van kindersterfte.

Strategieën om daar onderuit te komen zijn dus gunstig voor de overleving van de genen van de moeder. Wanneer de vrouw een verborgen ovulatie heeft en met zoveel mogelijk mannetjes paart, wordt het risico op kindermoord verkleind. Het grappige is dus dat de ene theorie stelt dat verborgen ovulatie leidt tot duidelijk vaderschap en monogamie, terwijl de andere juist het tegenovergestelde beweerd. Om uit dit dilemma te raken suggereert Diamond een synthese. Wanneer we aannemen dat de hypothetisch voorouder van mens, chimpansee en gorilla, de ‘missing link’ net als de meeste apen promiscue was, dan is het denkbaar dat in zo’n systeem verborgen ovulatie meer voortplantings­voordeel bood dan afficheren van vruchtbaarheid. De mate van infanticide nam erdoor af.

Vervolgens is denkbaar dat de verborgen eisprong op den duur juist monogamie deed ontstaan vanwege de voordelen van ‘pappie thuis’. De voorouder-apenvrouw ontwikkelde dus eerst de verborgen ovulatie om zoveel mogelijk mannetjes de indruk te geven dat ze de vader van het kroost waren. Toen de eisprong geheel onmerkbaar was geworden, sleurde ze één mannetje aan zijn haren mee naar haar grot om voor het gezin gaan te zorgen. Weer een raadsel opgelost.