Karel van het Reve schreef in Ik heb nooit iets gelezen een stuk over het succes van slechte mensen. Het gaat onder meer over Stalin die aan het begin van zijn loopbaan in Siberië onder andere een collectieve bibliotheek inpikte. Van het Reve zegt daarover: “Je zou zeggen dat iemand die zich zo gedraagt in dat milieu van gemeenschappelijke bibliotheken, collectieve brieven en plicht tot het houden van een voordracht zich niet goed zou kunnen handhaven en weinig kans zou hebben de baas over die anderen te worden. Toch is dat Stalin later gelukt. Zeer groot egoïsme kan iemand populair maken.”

Die laatste zin, daar gaat het mij om. Hoe dat komt, dat groot egoïsme mensen populair kan maken, legt van het Reve niet uit, maar een dag nadat ik dit stukje las kwam ik in Minette Walters’ De Donkere Kamer een zin tegen, die volgens mij perfect verklaart hoe dat werkt. Het gaat over een vrouw die steeds opnieuw op de verkeerde (zeer egoïstische) mannen valt. “Als zoveel vrouwen verwart ze egoïsme met zelfverzekerdheid“.

Iedereen wil wel een zelfverzekerde partner, die stevig in het leven staat en weet wat hij of zij wil. Iemand die goed in zijn vel zit is ook zelfverzekerd,  maar egoïsten kunnen net zo overkomen. Het duurt soms een tijd voor je doorhebt dat iemand niet gewoon zelfverzekerd is, maar een onverbeterlijke egoïst, maar dat verklaart volgens mij waarom egoïsten populair en succesvol kunnen worden.

Met dank aan Karel van het Reve voor het oproepen van de vraag en Minette Walters voor het leveren van het antwoord.