tao te tsjing
Wat de weg betreft, de Weg die genoemd kan worden is niet de eeuwige Weg.
Wat namen betreft, de naam die genoemd kan worden is niet de eeuwige naam.
Het naamloze is het begin van de tienduizend dingen.
Het benoemde is de moeder van de tienduizend dingen.
Daarom, blijft men zonder verlangen, dan kan men het geheim zien.
Wie steeds verlangens heeft, zal alleen maar zien, naar wat men smacht en zoekt.
Deze twee ontspringen uit dezelfde bron.
Ze hebben verschillende namen, toch noemt men ze hetzelfde.
De poort naar alle geheimen.
Het Tao dat genoemd wordt, is niet het eeuwige Tao,
want de namen die wij noemen, zijn geen eeuwige namen.
Hemel en Aarde zijn naamloos geboren;
noemen is enkel de moeder der dingen.
Wie geen verlangens koestert, aanschouwt hun mysterie;
wie wel verlangens koestert, aanschouwt hun gedaante.
De twee zijn in wezen hetzelfde;
pas dan krijgen ze elk een eigen naam.
We zouden beide een mysterie kunnen noemen
en nog geheimzinniger is de poort aller mysteriën.
De Weg die als ware Weg kan gelden is geenszins een bestendige weg.
De termen die als ware termen kunnen gelden zijn geenszins bestendige termen.
De term Niet-zijn duidt aan het begin van hemel en aarde; de term Zijn duidt aan de moeder der tienduizend dingen.
Immers, het is door de bestendige wisseling tussen Niet-zijn en Zijn dat men van het één het wonder en van het ander de grenzen zal zien.
Deze beide, gemeenschappelijk in oorsprong, duidt men aan met verschillende termen.
Het gemeenschappelijke noem ik het Geheim, wederom het Geheim van het Geheim, de poort van alle wonderen.
De echte weg is allesbehalve een vaste weg
Namen die we geven liggen niet vast
Uit het niets ontstonden hemel en aarde
Uit het iets ontstonden de tienduizend dingen
Wie niets verlangt ziet de kern der dingen
Wie wel verlangt ziet alleen de buitenkant
Het gaat om dezelfde zaken
Die men een andere naam geeft
Beide even mysterieus
Nog geheimzinniger is de poort van alle wonderen
Iemand maakte mij met een korte tekst nieuwsgierig naar de volledige tekst van de Tao Te Tsjing, ook wel genoemd “het boek van weg en deugd”. Taoïsme is geen religie te noemen, en het boek met al die taoïstische teksten kan eerder beschouwd worden als een vroeg filosofisch literair werk.
Toen ik bij de Slegte eens ging kijken of er niet een goedkope uitvoering te vinden was om mijn nieuwsgierigheid te bevredigen zag ik tot mijn verbazing daar al zes verschillende versies staan, met vertalingen die soms nieteens in de verte op elkaar leken.
Een van de verklaringen daarvoor schijnt te zijn dat boeken uit die periode (een paar eeuwen voor Christus) in China geschreven werden op smalle latjes waar precies één regel op kon. Die latjes werden aan elkaar gebonden met materiaal dat een minder lang leven had dan die latjes zelf, waardoor later onenigheid ontstond over de exacte plaats van elke regel binnen de tekst. Daarnaast hebben we het vervelende verschijnsel dat bij filosofische teksten al net zo hardnekkig opduikt als bij theologische teksten – een tekst wordt door verschillende mensen al heel snel totaal anders geïnterpreteerd.
Als voorbeeld neem ik de eerste tekst uit de Tao Te Tsjing, die door velen genoemd wordt als de basistekst, en het belangrijkste hoofdstuk, in vier verschillende vertalingen. Nogmaals – het gaat steeds om dezelfde tekst, maar steeds om een andere vertaling of interpretatie. De Tao heeft de reputatie een vrij moeilijke, ondoorgrondelijke en duistere tekst te zijn, maar dat probleem lijkt gedeeltelijk door die merkwaardige vertalingen te zijn ontstaan.
En dan hebben we het nieteens gehad over de spelling die in de loop der tijd steeds weer veranderde, van Tao Te Tsjing tot Dao De Jing.