Dat er aan Palestijnse kant in Israel ook niet alleen haviken wonen wordt treffend geïllustreerd door de Hope Flowers School in de Palestijnse stad Al Khader op de bezette westelijke Jordaanoever, een paar kilometer ten zuiden van Bethlehem. Het uitgangspunt van deze school is: opvoeden in vrede en democratie.

Hussein Ibrahim Issa zag in zijn werk op de Westbank hoe geweld geweld oproept, en zijn droom was een nieuwe generatie te laten opgroeien in geweldloosheid. In 1984 richttte hij daarom de kleuterschool Al Amal (De Hoop) op. Na twee jaar waren er zestig kinderen en in 1988 kwam er een lagere school bij, en nog weer later een middelbare school. De school biedt kinderen uit de omgeving van Bethlehem en de nabijgelegen vluchtelingenkampen een veilige plek waar de angst, geweld en vrijheidsbeperking uit hun dagelijkse leven buitengesloten worden. Er wordt zo een grondslag gelegd voor een nieuwe Palestijnse generatie die uitgaat van elkaars recht van bestaan. Voor de school is vredesonderwijs geen apart vak, maar alle lessen op school zijn er van doordrenkt. Het aankweken van zelfvertrouwen en zelfrespect staan centraal, net als het openstaan voor andere opvattingen en het leren omgaan met conflicten.

Een voorbeeld van een van de projecten van de school is het landbouwproject waarbij veertig Palestijnse kinderen samenwerken met veertig kinderen van een Israëlische zusterschool. Ze zetten samen een soort schooltuin annex kinderboerderij op. Ze spreken nauwelijks een gemeenschappelijke taal, maar moeten wel samenwerken om alles voor elkaar te krijgen. Ook verzorgt een gemengd groepje de lunch. De produkten worden in de omgeving verkocht. Na een jaar gaat de volgende groep leerlingen met het project verder.

Sinds 1990 staat Hebreeuws op het lesprogramma, om de onderlinge contacten te verbeteren. Rond die tijd kwamen er ook onverwacht heftige reacties – zo werd de schoolbus door joodse kolonisten in brand gestoken omdat zij vonden dat Palestijnse kinderen geen hebreeuws mogen leren. Inmiddels zijn er veel meer Palestijnse scholen die hun kinderen hebreeuws leren, dus het idee is elders wel aangeslagen.

De school wil “Bruggen voor Vrede en Gerechtigheid” bouwen en heeft daarvoor veel contacten opgebouwd met Israëlische scholen die ook geloven in een maatschappij waarin Palestijnen en Israëli’s vreedzaam samen kunnen leven. Jaarlijks worden er zomerkampen, workshops en bijeenkomsten georganiseerd in omliggende plaatsen. Men probeert andere scholen te interesseren in een democratischer opvoeding, wat in de Palestijnse cultuur niet vanzelfsprekend is. Met werkt ook met getraumatiseerde kinderen. Er zijn nu honderdtachtig leraren die een training krijgen in het omgaan met oorlogstrauma’s. In dit kader hebben studenten internetcontacten met Israëli’s of ze gaan naar een gemengd kamp in Duitsland. Dat laatste is in Israel of de bezette gebieden niet mogelijk.

Het is een proces van lange adem waar we hier over spreken. De realiteit is hard, dus er wordt met veel geduld stug doorgewerkt met deze filosofie, die voor Gaza en de Westbank uniek is. Er is een blijvend contact met oudleerlingen en men is er trots op dat geen van hen ooit betrokken is geweest bij gewelddadige acties. Als deze leerlingen doorstuderen kan er een nieuwe generatie van leidinggevende mensen ontstaan die vanuit de geweldloze filosofie van de school leven en denken.

Op dit moment heeft de school het zwaar. De schoolbevolking was altijd een mix van christelijke en moslimkinderen. Na de Tweede Intifada in 2000 liep het leerlingenaantal terug en moest de middelbare school gesloten worden. Werkeloos geworden ouders konden het schoolgeld niet meer betalen en kinderen en leraren konden de school steeds lastiger bereiken door de wegcontroles, de pasjesregelingen en andere beperkende maatregelen. De weg naar de school werd geblokkerd en de school werd zelfs beschoten. Dat betekent dat het niet meer de veilige plek was die het moest zijn. Er moeten nu hoge muren rond de speelplaatsen worden gebouwd als beveiliging, en dat kost allemaal geld. De schoolkantine dreigt bovendien te worden gesloopt omdat daar de Muur is gepland.

Toch is het te hopen dat de school gewoon door kan gaan, want het is een van de weinige echte  tekenen van hoop in dit troosteloze land. De school krijgt overigens geen overheidssubsidie, en men heeft er nadrukkelijk voor gekozen geen enkele binding aan te gaan met politieke of religieuze organisaties. De school is voor iedereeen toegankelijk, van welke achtergrond of godsdienst dan ook. Er wordt lesgegeven door moslims en christenen die allemaal de doelstelling van de school onderschrijven, en het bestuur bestaat uit moslims, christenen en joden.

(met dank aan Johke Heerkens Thijssen voor haar reisverslag)