Het was ’s morgens vroeg glad rond het huis, waardoor ik bijna op mijn snufferd ging toen ik de deur uitstapte. Een mooie gelegenheid om te kijken of ik gemakkelijk met het openbaar vervoer van Haren naar Hoogezand kon komen. Ik was al een keer met de bus gegaan (de streekbus tot Groningen, en verder met de Q-liner), maar dat was niet alleen erg duur, maar ook nogal tijdrovend, dus ik besloot nu de trein naar Martenshoek te nemen, het stationnetje dat het dichtst bij mijn werkplek ligt.

De eerste bus die stopte nam niemand meer mee: “Sorry mensen, ik zit bomvol!”, waardoor ik een kwartier later dan gepland in Groningen was. Dat betekende dat ik de trein net gemist had en dus een half uur moest wachten. De trein rijdt binnen, mensen stappen uit, ik stap in, en even later gaan alle lichten uit en de deuren dicht. Ik bleek in een stuk te zitten dat in Groningen achterbleef, en het kostte me een kwartier om weer uit die trein te komen. Ondertussen had ik ook al op de alarmknop gedrukt, want ik zag de bui al hangen. Daarmee bleek ik de hele trein geblokkeerd te hebben, want toen een conducteur me bevrijd had bleek het deel dat wél zou vertrekken er nog te staan, met gesloten deuren. We vertrokken tien minuten te laat.

In Martenshoek bleek dat ik nog ruim twintig minuten moest lopen om op mijn werkplek te komen. Ik had tien minuten in de bus gezeten, en tien minuten in de trein, maar er was ruim anderhalf uur verstreken tussen het vertrek van huis en het moment dat ik achter mijn bureau kon plaatsnemen. Op de fiets doe ik er nog geen drie kwartier over. Het treinkaartje kostte vier euro en zestig cent, de bus twee maal drie strippen. Het is dus een fractie goedkoper dan de Q-liner (€ 4,85), maar niet sneller of aangenamer. Ik begrijp waarom automobilisten het openbaar vervoer mijden als de pest. Als fietser zal ik heel af en toe wel moeten, maar dan wel met de allergrootste tegenzin, moet ik bekennen.

(HM, 24 januari 2007)