
klein pleidooi voor pacifisme
De filosoof Hans Achterhuis verbaasde me onlangs met een redenering die ik een filosoof onwaardig acht. Hij noemt het ideaal van een geweldloze wereld “ronduit gevaarlijk”. Volgens Achterhuis ontken je dan de menselijke natuur. Dat een filosoof het cliché aanvaardt dat “de mens” tot geweld geneigd is verbaast me zeer. Ik begrijp wel waar het idee vandaan komt, want er wordt al zeer lang gelobbied door met name de oorlogsindustrie, maar ik verwacht juist van filosofen een tegengeluid.
Is oorlog echt onvermijdelijk? Ik denk het niet. Er wordt, om die stelling te onderbouwen, altijd gewezen naar een paar ethnologische onderzoeken die aantoonden dat de leden van een indianenstam in Zuid-Amerika (de Yanomamö) zonder veel aanleiding elkaars dorpen aanvielen. Er zijn meer van dat soort voorbeelden, zoals de Enga in Nieuw Guinea, en Jane Goodall ontdekte dat ook chimpanzees wel eens een chimpanzee van een andere groep doodden. Dit soort onderzoeken werd tot nu toe veralgemeniseerd, en er werd de conclusie uit getrokken dat “de mens” dus geneigd is tot oorlog.
Frans de Waal laat met zijn onderzoeken naar de bonobo’s, een apensoort die net zo dicht bij de mens staat als de chimpanzee, zien dat het ook anders kan, want de bonobo lost elk conflict juist op een vreedzame manier op. Bij de bonobo wordt nauwelijks gejaagd, er is geen mannelijke overheersing en veel seks.
Archeologen wijzen er bovendien op dat er geen archeologisch of fossiel bewijs is dat onze voorouders elkaar vroeger uitmoordden. Het eerste bewijs van moord is slechts veertienduizend jaar oud: een skelet met drie speerpunten. En het eerste bewijs van oorlogvoering is twaalfduizend jaar oud: in Soedan werd aan de oever van de Nijl een massagraf ontdekt, naast dorpen die duidelijk beveiligd waren tegen indringers. Tienduizend jaar geleden begon er een oorlog in wat nu Irak is, en daarna is het doorgegaan, maar als je dat in de geschiedenis van de mensheid plaatst kun je niet concluderen dat oorlog iets onvermijdelijk menselijks is. Integendeel.
Een ander argument dat pleit tegen oorlog is het feit dat groepen of landen die in oorlog verwikkeld zijn in een volgende periode of generatie in vrede leven (kijk naar Duitsland en Japan). Als oorlog echt diep in ons biologische systeem zou zitten zou het er ook altijd en overal moeten zijn, en dat is niet zo.
Oorlog doet meer denken aan een ziekte of een infectie. Margaret Mead schreef in 1940 een essay “Oorlog is een uitvinding – geen biologische noodzakelijkheid”, waarin ze de ingewikkelde patronen uitlegt die tot oorlog kunnen leiden, en ook duidelijk maakt dat oorlog zeker niet universeel is. Naast de Yanomamö of de Australische aboriginals, die aan een futiele aanleiding (of hun tradities) al voldoende hadden om oorlog te voeren zet zij de eskimo’s of de Lepchas uit de Himalaya, die het begrip oorlog niet kenden.
De filosoof Schmookler vergeleek in 1984 gewelddadige sociale agressie met een besmettelijke ziekte, die, als ze eenmaal in een samenleving is geïntroduceerd, om zich heen grijpt. Daar komt bij dat die agressie vaak begon met een paar extreem gewelddadige rotte appels, die minder agressieve samenlevingen tot agressie dwongen. De vraag is natuurlijk of je de ziekte zou kunnen verslaan.
Het is misschien goed om eens te kijken naar de dagelijkse praktijk. Op de basisschool worden agressieve kinderen niet gezien als normaal, of standaard. Integendeel, kinderen die leuk met elkaar spelen of goed kunnen samenwerken worden hoger gewaardeerd, niet alleen door andere kinderen, maar ook door leerkrachten en ouders. Je zou dus kunnen concluderen dat samenwerking en aardig zijn tegen elkaar veel dieper in de menselijke aard zitten en meer opleveren dan agressie.
Dat pubers vaak wat teveel energie hebben is geen reden ze een oorlog in te sturen, of te accepteren dat ze als voetbalhooligans met elkaar gaan vechten. Hardlopen, skateboarden of andere vormen van sport zijn dan veel geschikter om de overtollige energie kwijt te raken.
Een wereld zonder oorlog is wat mij betreft absoluut haalbaar, maar dat betekent zeker niet dat dan alle problemen ook uit de wereld zijn. Maar ik denk dat we ons geld en onze energie beter kunnen inzetten om problemen als honger, armoede, misdaad, corruptie, vervuiling, ziektes en conflicten op te lossen dan aan oorlog.
Het curieuze is dat er maar een vrij klein aantal leiders nodig is om een einde te maken aan alle oorlogen. Dus weg met het fatalisme, en stop alle gewapende conflicten nu.
(HM, 10 januari 2010)