
binnengekomen post
Over gloeilampen – reactie op een column van Peter Bügel
Dag Holly,
Behalve met molens houd ik mij ook nog wel eens bezig met onzin die er wordt uitgekraamd over mijn oorspronkelijke vak: “sjemiese stoffen” (anorganische en fysische chemie).
In zijn meest recente column overspeelt Peter Bügel zijn hand, om een leuke binnenkomer te hebben.
“…Uiteraard werd deze vinding onmiddellijk begraven. De gloeilampenfabrikant zou zo’n vondst niet overleven. …”
Dit is onzin want die uitvinding heeft de volledige economische cyclus van een innovatie doorgemaakt: het is een voorbeeld van een van de vele typen halogeenlampen, die nu heel langzamerhand vervangen gaan worden door de volgende generatie lampen: kleine gasontladingslampen (xenon; die priemende blauwe pitten in autokoplampen) en de overgang naar energiezuinige halfgeleiderverlichting: LED’s.
Gezien de titels van zijn boeken had ik van Bügel een betere inkeiler verwacht. Is het toeval dat op de Bügel-pagina van moors magazine niet staat wat hij zelf heeft gestudeerd? Jaja: “Met sardonisch genoegen verslaat hij de valse profeten met hun eigen wapens en prikt hij hun drogredeneringen door.” Hij moet ook naar zichzelf durven kijken: schoenmaker hou je bij je leest…
Tijdens mijn eerste jaar chemie in Delft (45 jaar geleden…) was de halogeentechniek voor gloeilampen nog erg nieuw. Dat procedé berust op de volgende overwegingen: Een (iedere) gloeilamp heeft een beperkte levensduur omdat het wolfraam van de gloeidraad bij de hoge temperatuur enigszins verdampt en neerslaat tegen de koude glaswand. (Er ontstaat in een verouderende gloeilamp langzaam een zwarte vlek van gecondenseerd metaal.) De gloeidraad wordt dunner, krijgt meer weerstand, wordt warmer, verdampt nog harder, wordt dunner, enzovoort en brandt tenslotte door. Het ECOMISCHE DILEMMA is nu: hoge temperatuur voor witter licht of een langere levensduur door een lagere temperatuur (dilkkere gloeidraad): roder licht. Het compromis is een (gemiddelde) levensduur van 1000 uur.
Psychologisch is “duizend” groot genoeg om voor de gemiddelde consument acceptabel te zijn. Philips had er helemaal geen belang bij bekend te staan als producent van kortlevende lampen!
Bij de huidige gewone gloeilampen is behoorlijk wit licht gerealiseerd door een groot aantal verbeteringen die er allemaal op gericht zijn de verdamping van het wolfraam te reduceren of gedeeltelijk ongedaan te maken:
Natuurkundige principes:
– spiraliseren van de gloeidraad: een deel van de wolfraamdamp komt weer tegen een ander deel van de gloeidraad en vermindert aldus de veroudering;
– dubbel spiraliseren (reclamenaam “biarlita”) versterkt het bovengenoemde effect;
– in plaats van sterk vacuum een beetje van een zwaar edelgas (argon, xenon) toevoegen (reclamenaam “argolite” of zoiets): de wolfraamatomen kaatsen terug tegen de edelgasmoleculen en hebben daardoor een redelijke kans weer op de gloeidraad te belanden.
Scheikundige techniek:
De ligging van het evenwicht Wolfraam + halogeen <==> W-halogenide is afhankelijk van de temperatuur.
Links bij hoge temperatuur en rechts bij lage(re) temperatuur. Dat gaat als volgt: aan de koude glaswand vormt het halogeen (jood, fluor) met het wolfraam een vluchtig halogenide. Dit komt ooit in contact met de hete gloeidraad en ontleedt daar grotendeels tot metallisch wolfraam (+ halogeen) zodat het verdampingsproces van de gloeidraad weer gedeeltelijk ongedaan wordt gemaakt met een verlenging van de levensduur tot gevolg.
In de praktijk koos men echter voor de andere kant van het dilemma: een hogere gloeidraadtemperatuur (witter licht) bij gelijkblijvende levensduur. Gewoon glas is niet goed bestand tegen halogenen (wordt geëtst en krijgt dus een lager lichtopbrengst). Halogeenlampen zijn daarom van kwarts, maar dat kan weer niet goed tegen het zout in zweterige vieze handen; dus aanvatten met een tissue of een schone zakdoek!
Zie ook: http://nl.wikipedia.org/wiki/Gloeilamp
Jaap
Reactie
(Peter Bügel is op vakantie, dus reageer ik nu even kort op het stuk van Jaap – HM)
Jaap, ik vrees dat je het stukje van Peter Bügel niet helemaal goed gelezen hebt: hij heeft het in de eerste zin al over een Broodje Aapverhaal – voor de duidelijkheid: dat is een onzinverhaal dat wordt verteld alsof het echt waar is. In dezelfde alinea zegt hij: “Deze sprookjes verwijzen naar een wel degelijk bestaand principe”. Dat lijkt me duidelijk genoeg. Dat neemt niet weg dat je ons een interessant kijkje achter de schermen van de gloeilamp biedt.
(7 augustus 2007)
Steven Spielberg en de debilisering van de filmindustrie
Spielberg wordt door sommigen als een groot regisseur gezien?!
Sorry maar alleen die zin al maakt die stukje tot klinkklare onzin.
Om op zo’n bagatelliseerde toon over één van de grootste regisseurs van de laatste 25 jaar te spreken, die meesterwerken als Shindler’s list, saving private Ryan, Close Encounters, Jaws, E.T en nog vele, vele andere op z’n naam heeft staan getuigt niet van veel inzicht in de hedendaagse filmwereld.
Het gegeven dat mensen als Lucas en vooral Spielberg de filmindustrie van de ondergang redde in tijden dat bijna niemand meer naar de bioscoop ging is iets wat ik niet terug vind in dit krabbeltje.
Toch een ‘klein’ detail dat in de filmwereld breed wordt gedragen.
Sorry voor mijn botheid,
maar grotere onzin heb ik zelden gelezen!
Marlies (28 februari 2005)
Mijn antwoord:
a. Schindler’s List was alleen bedoeld om Spielberg’s imago op te poetsen
b. ET was een kinderfilm
c Jaws en Close Encounters waren puberfilms
d Een breed publiek zegt niets over kwaliteit.
Kortom: ik blijf bij mijn mening dat Spielberg ervoor heeft gezorgd dat er in Amerika geen films meer voor volwassenen worden gemaakt.
In het stroomdal van de Drentse Aa
Hallo Holly,
Die bioloog wist vast veel over mossen, maar heeft hij ook over de Hunze en de Aa verteld? “Verder was het een buitengewoon mooie wandeling, bij Oudemolen in Drenthe, in het stroomdal van de Drentse Aa en de Hunze (die daar ook samenkomen – zie de foto’s).” Volgens mij is Groningen gebouwd op het punt waar Hunze en Aa samenkomen.
Over de Aa, die eigenlijk pas in de provincie Groningen de Drentse Aa gaat heten, het volgende:
Ten zuiden van Oudemolen ontspringen drie hoofdtakken, het Anreeperdiepje, Amerdiep en Anderschediep. De meest westelijke beek (Anreeperdiep) geldt als oorspronkelijke hoofdstroom. Samen met het Amerdiep gaat deze als Deurzerdiep, Loonerdiep en Taarlosche Diep stroomafwaarts. De oostelijke hoofdtak, het Anderschediep, gaat als Rolderdiep en Gasterenschediep verder en vormt de belangrijkste bijdrage aan de waterafvoer. Even ‘onder’ Oudemolen komen de twee stromen samen tot het Oudemolenschediep. Verderop wordt dat nog Schipborgerdiep en Westerdiep, waarna de beek een stukje Drentsche Aa mag heten. Tegenwoordig komt het Aa-water in het Noordwillemskanaal terecht, maar de oude loop van de Drentsche Aa gaat ‘aan de overkant’ verder langs het Friescheveen en Paterswoldsemeer. Daar heet de oude beek Hoornse Diep. Bij het centrum van Groningen is de beekloop te vinden tussen de kaden Hoge der A en Lage der A. Hoewel de lokale namen anders doen vermoeden, stroomt het riviertje alleen in Groningen dwars door de bebouwde kom (met drie bruggen). De Drentse dorpen liggen allemaal een eindje naast ‘hun’ beek!
met vriendelijke groet,
henk van kappen
PS Kanovaren op de Drentse Aa is volgens mij al sinds de jaren ’80 van de vorige eeuw verboden. In ieder geval sinds het grootste deel als beschermd natuurgebied is aangewezen. Met name de kwetsbaarheid van de oevers zou in het geding komen. Bootjevaarders hebben namelijk de neiging om vooral aan te leggen op plekken die daarvoor niet bedoeld zijn. Kanovaren kan wel op de Hunze. Maar dat is natuurlijk lang niet zo leuk, omdat deze beek gekanaliseerd is.
Overigens gaan Hunze en Aa samen verder als Reitdiep richting het Lauwersmeer. Ik stel voor dat je nog een foto maakt van dit punt aan de Noorderhaven.
(28 februari 2005)
Geachte heer Moors,
Onlangs heb ik van u enkele emailberichten ontvangen met betrekking tot de kap van een aantal bomen binnen de Gemeente Haren. Ik wil u graag informeren over de gang van zaken rond het kappen van bomen.
De gemeente Haren heeft een bomenbestand van ongeveer 16.000 bomen. Ons beleid is erop gericht de omvang van het bomenbestand te handhaven. Dat betekent dat elke boom die wordt gekapt in principe wordt vervangen door jonge aanplant.
De gemeente is voor het kappen van bomen net als andere burgers en bedrijven gebonden aan de Kapverordening, de gemeente vraagt daarom zelf ook kapvergunningen aan voor bomen die zij wenst te kappen. De gemeente kapt in principe alleen bomen die niet meer levensvatbaar zijn. Soms worden bomen gekapt indien zij een gevaar kunnen gaan vormen voor het verkeer of de directe omgeving Naar aanleiding van uw vraag over het aantal schadeclaims. Er komen jaarlijks enkele schadeclaims binnen van voornamelijk materiële schade, bijvoorbeeld aan auto’s. In december j.l. heeft een omgevallen boom voor stroomstoring in half Haren gezorgd.
Er is een uitgebreide procedure om tot de uiteindelijke keuze van te kappen bomen te komen. De keuze wordt niet gemaakt door één medewerker van de gemeente maar vindt plaats na een gedegen afweging waarbij zowel medewerkers van de binnendienst als van het gemeentelijk groenbeheer zijn betrokken. Besluiten om bomen te kappen zijn dan ook nooit aan één persoon toe te rekenen.
Voor onlangs gekapte bomen zijn op 30 oktober en op 6 november door de gemeente vergunningen aangevraagd conform de procedure van de Kapverordening. De lijst van bomen waarvoor een vergunning is aangevraagd is gepubliceerd, op 17 november is er een speciale spreekuur ingesteld tijdens welke de gemeente een toelichting heeft gegeven op de te kappen bomen. De bomen die gekapt zouden worden zijn gemarkeerd met een witte stip. Vervolgens zijn op 27 november de vergunningen verleend.Op de vergunningaanvraag zijn vanuit de bevolking nauwelijks reacties gekomen, evenmin zijn bezwaarschriften ingediend naar aanleiding van de verleende vergunningen. M.i. heeft de gemeente uiterst zorgvuldig gehandeld en valt haar op dat punt in elk geval niets te verwijten. U zult begrijpen dat ik uw stelling dat de gemeente rigoureus kapt niet kan onderschrijven. Zoals ik hierboven al aangaf is ons beleid erop gericht gekapte bomen te vervangen, in principe geldt ook voor alle bomen een herplantplicht. In sommige gevallen zal de boom echter niet direct worden herplant vanwege de slechte bodemgesteldheid of de slechte bovengrondse groeiomstandigheden. Zodra deze verbeterd zijn zal tot herplant worden overgegaan.
Verder hebt u in één van uw laatste e – mails gevraagd om inzage in het Groenbeleidsplan. Het plan, het Groenbeheerplan gemeente Haren 2004 – 2009 kunt u vinden bij de gemeentelijke stukken op onze website, namelijk bij de raadsvergadering van 23 februari j.l. Overigens heeft dit plan ook voor een ieder ter inzage gelegen in de Gemeentewinkel.
Ik begrijp dat u het kappen van bomen betreurt. Ik wil u er echter nogmaals opwijzen dat de gemeente geen belang heeft bij een rigoureus kapbeleid en dat het tijdig kappen van bomen uiteindelijk zal leiden tot behoud van het bomenbestand.
Ik neem aan dat ik uw e-mails hiermee voldoende heb beantwoord. Graag nodig ik u daarnaast uit om eens nader kennis te maken met de afdeling Gemeentewerken zodat we u kunnen laten zien op welke wijze de gemeente het groenbeheer vorm geeft. Indien u dat op prijs stelt kunt u contact opnemen met de heer Seine Lok, chef van de afdeling Gemeentewerken.
Hoogachtend,
wethouder Grondgebiedszaken,
B.C. Hoekstra
Met ” ceci n’ est pas une magazine” zou ik uw surrealistisch – Belgisch aandoende ‘meeltijdschrift’ willen aanduiden; alhoewel: door u in een vakje te willen stoppen, zou ik u beledigen. Het dorp ‘ Haren’ leek erg ‘ Belgisch’ en zelfs iets over ‘saaie postkaarten’ kunt u leuk maken; provinciaal maar toch cosmopolitisch, uw dagboeken zijn de strepen van de ziel die komen bovendrijven, en bij deze, onze ongeregelde groeten van het kunstencentrum/boerderij uit Jeuk ( ! ) (De meest chaotische kampeerboerderij tegen de waalse taalgrens).(B. dus).
Frank van den Veyver, 4 maart 2004
Een reactie op de mail hieronder:
Wat een naiviteit van mevrouw Sinnema (en zij is niet de enige….). In de tijd voorafgaand heeft iemand van de Fietsersbond alle (echt alle!) ongevallencijfers in Haren van de daarvoorliggende jaren opgevraagd bij de politie. Aanleiding hiervoor was ook de aanleg van de rotonde bij de A28/Emmalaan. Volgens de provincie betrof het hier een extreem gevaarlijk weggedeelte… We hebben het hele pakket doorgenomen, en kwamen tot de conclusie dat je nou niet bepaald kon spreken van overdreven gevaarlijke situaties in Haren. Er gebeurden inderdaad wel eens ongevallen, maar nooit met zeer ernstige afloop. Wat mij ook een doorn in het oog is, daar heb ik ook meerdere malen de wethouder en ambtenaar op aangesproken, is het ongebreidelde ‘parkeren’ van auto’s langs de straatkant in Rijksstraatweg/Kerkstraat/Meerweg waar het niet is toegestaan, en het tegen de richting inrijden (Meerweg/Kerkstraat). De auto is volgens het concept ’te gast’. Nou, die gast wordt wel in de watten gelegd! Er wordt veel te slap (niet…) opgetreden.
Bob de Vries (17 november 2003)
Een mailtje als reactie op onze stukken over de vernieuwde dorpskom van Haren:
“Je bent over de dorpskom heel praktisch-alert over de maatregelen. Met je soms cynische teksten raak je wel de kern van het idee achter de veranderingen: verkeer tot opletten dwingen, zorgen dat mensen weer op
elkaar betrokken worden, door ze naar elkaar te laten kijken, weer inschattingen te laten maken, en de automobilist het gevoel te geven dat-ie op moet letten omdat hij/zij zelf gast is. Ik denk dat er tot nu toe minder ongelukken gebeurd zijn dan voorheen, ja juist door die bijna-ongelukken. Het is ook niet toevallig dat op jouw foto’s minder
verkeer te zien is dan vroeger. Ik maak mij dus juist zorgen als het college weer zo gaat schipperen dat de situatie duidelijker lijkt te worden, door die hekjes bijvoorbeeld en door zwart asfalt. Fietsers horen in dit concept zo veel mogelijk op de autoweg. Ze mogen op een apart fietspad, maar liever zo min mogelijk en daar moet je ze toe uitnodigen en ze er niet van wegleiden.”
Betty Sinnema-Korenhoff (PvdA-raadslid in Haren) – november 2003
Bij gebrek aan een fatsoenlijk gastenboek hebben we hier een hoekje ingericht waar we af en toe een interessant binnengekomen mailtje zullen plaatsen.
We hebben ook nog een bak met oude post.