1   Wij willen géén oorlog

Bush roept ook dat hij geen oorlog wil. Hij noemde zichzelf op een bepaald moment zelfs pacifist, maar hij is, naar eigen zeggen, verplicht om oorlog te voeren.

2   De vijand alleen is voor de oorlog verantwoordelijk, want hij heeft erom gevraagd

Als je verplicht bent om oorlog te voeren moet je dat ook aannemelijk maken natuurlijk. Je moet laten zien dat de ander de oorlog heeft “geprovoceerd”. In dit geval hebben we de aanslag op de twin towers door terroristen die nauwelijks banden hebben met Irak. Maar door Irak in de As van het Kwaad te zetten omzeilt Bush het probleem.

3   We voeren geen oorlog tegen een volk, maar tegen de kopman van de tegenpartij die als een monster wordt afgeschilderd

Op de Amerikaanse televisie was een interview te zien met de maitresse van Saddam Hoessein, die verklaarde dat hij een monster is omdat hij doet alsof hij gelooft terwijl hij in feite een atheïst is. Voor Amerikanen is dat al bewijs genoeg. Zeker als ze ook nog horen dat hij elke avond whiskey drinkt en videobanden bekijkt waarop te zien is hoe zijn vijanden gemarteld worden. Kortom: Saddam is het perfecte monster.

4   Wij verdedigen een nobel doel, géén materiële belangen

Dat het de Amerikanen om olie te doen zou zijn is volgens Bush uiteraard lasterpraat. Het gaat tenslotte om de strijd tegen het terrorisme en Irak is door de PR-mensen van Bush ingedeeld bij de As van het Kwaad, wat een prachtige propagandistische vondst is.
Dus over olie en strategische belangen hebben we het even nadrukkelijk niet.

5   De vijand begaat wreedheden

De Irakezen hebben gifgas gebruikt tegen de Koerden. Voor het gemak vergeten we even dat de Fransen en de Duitsers tijdens de Eerste Wereldoorlog ook gifgas gebruikten. Na die oorlog werd daar niet meer over gerept. Irak beweert nu dat Irak atoomwapens kan maken. De Amerikanen doen uiteraard niets verkeerd. Sterker nog: ze weten zeker dat de Irakese bevolking ze warm zal ontvangen, want Irak wordt immers bevrijd. Dat de Amerikanen in Irak de meest achterlijke religieuze bewegingen steunen doet je toch voorzichtig aarzelen aan de geweldige toekomst van het land, na de hulp van de Amerikanen.

6   De vijand gebruikt wapens die niet zijn toegestaan

Wij doden netjes, met bommen, zij doden vuil, met terrorisme. Even ter relativering: tijdens de Tweede Wereldoorlog noemden de Duitsers verzetsstrijders ook terroristen. Het is voor een deel dus een kwestie van taalgebruik, en het wordt voor een deel bepaald door de afloop. De verzetsstrijder Jean de Sélys vloog op 20 januari 1943 met een vliegtuig het gebouw van de Gestapo in Brussel binnen, waarbij ook burgerslachtoffers vielen. Hij wordt nu beschouwd als een held, en heeft zijn eigen standbeeld.

7   Onze verliezen zijn beperkt, de verliezen van de vijand zijn groot

De mensen moeten altijd de indruk krijgen dat een oorlog risicoloos is voor de eigen kant. De oorlog in Vietnam werd breed gesteund door de Amerikaanse bevolking, tot ze zagen dat er duizenden jonge militairen in “body bags” werden afgevoerd. Je zult dus straks te horen krijgen dat de vijand massaal deserteert, en informatie over slachtoffers komt alleen los als daarmee bewezen kan worden dat de vijand fouten maakt of zich misdraagt.

8   De kunstenaars en intellectuelen steunen onze zaak

Tom Cruise en Arnold Schwarzenegger hebben Bush al verzekerd dat ze zijn oorlogsplannen steunen. Het is, om steun te verwerven, nodig om emoties los te weken bij het publiek. Vroeger werden daar schilders of dichters voor ingeschakeld, nu zijn het acteurs, zangers en filmproducenten.

9   De oorlog heeft een heilig karakter

De Christelijke Beschaving staat hier op het spel. Het is een oorlog tegen de barbaarse moslims. Dat Saddam Hoessein geen verdediger van de islam is weten maar weinig mensen, want zo wordt hij wel voorgesteld.
En God staat uiteraard altijd aan onze kant.

10   Wie de propaganda in twijfel trekt is een verrader

Als je je je twijfels uit over het bombarderen van kinderen in Bagdad ben je vóór Saddam Hoessein. Tijdens de oorlog in Kosovo werd op een bepaald moment gepraat over een half tot één miljoen doden. Dat bleken er in de praktijk vijfduizend te zijn geweest. De journalist die ter plekke was geweest en de aantallen in twijfel had getrokken werd publiekelijk aan de schandpaal genageld als “een medeplichtige van Milosovic”. Tijdens de volgende oorlog zullen we opnieuw propaganda over ons heen krijgen en wie twijfelt is wederom een verrader…
En eigenlijk kun je dat nu al zien, want de kwaadheid van Washington over Schröder’s weigering om meteen mee oorlog te voeren spreekt boekdelen.