Uri Rosenthal is sinds 2010 onze minister van Buitenlandse Zaken. Voor iemand die juist dié post bekleedt heeft hij een paar merkwaardige opvattingen en eigenschappen. Zo heeft hij bijvoorbeeld zeer nadrukkelijk te kennen gegeven dat hij zo min mogelijk wil reizen. Als het buitenland contact wil moeten ze maar naar hem toe komen. Dat is op zijn zachtst gezegd merkwaardig, en zelfs enigszins arrogant te noemen.

De economische belangen van Nederland moeten volgens VVD’er Rosenthal in de contacten met het buitenland altijd voorop staan. Aan ontwikkelingslanden heeft hij dan ook geen enkele boodschap, en welke ambassades hij zal gaan sluiten kunnen we dus vrij gemakkelijk voorspellen. Want dat hij ambassades zal gaan sluiten, dat heeft hij meteen bij zijn aantreden al ferm aangekondigd.

En dan nog iets. Het is de gewoonte dat een minister de dienstauto van zijn voorganger overneemt. Volgens een hardnekkig gerucht ontplofte Rosenthal toen hij erachter kwam dat hij de BMW van Verhagen zou moeten overnemen. Hij schijnt woedend een andere auto te hebben geëist omdat hij absoluut niet in een Duitse auto gezien wil worden. Het lijkt me voor een minister van Buitenlandse Zaken niet echt handig om zulke gevoeligheden te koesteren. Naar de reactie van zijn Duitse collega moeten we voorlopig raden, maar het lijkt me een kwestie van tijd voordat deze minister Nederland internationaal in de problemen brengt.

Ik zit me in ieder geval nu al regelmatig plaatsvervangend te schamen voor deze man.

(HM, 3 januari 2011)