Bravo Johnson’s vorige album The Crooked and the Straight was een strakke, urgente plaat. Come Taste The Sun uit 2010 klinkt op het eerste gehoor veel relaxter, maar dat is voor een deel een bedrieglijke eerste indruk, want de urgentie en het hechte samenspel is er nog steeds. Ook dit is een plaat die je vaker moet beluisteren, zeker omdat hij nog wat moeilijker vast te pinnen is dan die vorige, die je nog gewoon een strakke rockplaat zou kunnen noemen.

Dit is een veel genuanceerder album, met Americana-invloeden, latinsferen, westkustharmonieën, maar vooral opnieuw met een partij uitstekende liedjes, gebracht door een geweldige, hechte band. Bravo Johnson heeft een voorzichtige tenor die vaak wat bescheiden weggemixt wordt, maar dat hindert nergens. Zelf speelt hij gitaren, wurlitzer en piano. Er zitten wat ballads tussen, ook weer wat rockers, en alles is stevig geworteld en robuust uitgevoerd, terwijl er toch veel subtiele details door verweven zitten. Machtig gitaarwerk, dat CSN&Y regelmatig doet vergeten (Neil Young moet hier ronduit jaloers naar luisteren, volgens mij). Vergelijken doen we hier niet, dit is gewoon gitaarrock van absolute wereldklasse. Aanschaffen dus.

Klik op het driehoekje om het fragment te beluisteren.