de hans vervoort-prijs voor verhalend proza van neerslachtige en toch opbeurende aard
Nieuw: De “Hans Vervoort-prijs voor verhalend proza van neerslachtige en toch opbeurende aard”.
Schrijver Hans Vervoort vindt dat er in de Nederlandse literatuur te weinig waardering is voor vertellers-proza en heeft daarom deze twee-jaarlijkse prijs van € 10.000 ingesteld, voor het eerst uit te reiken in april 2022.
Iedereen (lezer, schrijver, uitgever, boekverkoper) kan vanaf 1 september tot en met 31 december 2021 titels aanmelden voor deze prijs.
Op de website www.hansvervoort.nl is het aanmeldingsformulier te vinden. Daar is ook aangegeven welke procedure de jury zal volgen.
Vereisten proza:
- De verhalenbundel of roman moet Nederlandstalig zijn (niet vertaald) en voor het eerst verschenen zijn tussen 1 januari 2020 en 31 december 2021.
- Het proza betreft realistische gebeurtenissen in heden of verleden, geen toekomst-verhalen.
- De gebeurtenissen vinden plaats in het leven van realistische personages.
- De verhalen worden verteld vanuit het perspectief van één personage.
- De stijl is bij voorkeur niet overdadig, liefst zuinig.
- Zelfspot bij de verteller geldt als pluspunt.
- Een zekere weemoed eveneens.
Jury
Een 3-hoofdige jury, bestaande uit voorzitter Arjan Peters (literatuurcriticus) Roeland Dobbelaer ( Bazarow en de Leesclub van Alles) en Bart Leemhuis (De Nieuwe Boekhandel), zal de voor de prijs in aanmerking komende boeken beoordelen.
De shortlist wordt eind februari 2022 bekend gemaakt, de winnaar in april van dat jaar.
Nadere informatie is te vinden op de website: www.hansvervoort.nl
Hans Vervoort op zijn Facebook-pagina over de reden van het instellen van de Hans Vervoort-prijs:
Facebook-pagina Hans Vervoort 22 april 2021
Vandaag, op mijn verjaardag, lijkt het me een goed moment om een nieuwe literaire prijs aan te kondigen. De HANS VERVOORT-PRIJS voor verhalend proza van neerslachtige en toch opbeurende aard. Tweejaarlijks en uit te reiken op 22 april in de even jaren. De prijs bedraagt € 10.000.
Slapende rijk worden kan, merkten mijn gade en ik onlangs toen we ons in 1969 voor 60.000 gulden gekochte huis verkochten voor meer dan het 60-voudige.
Het gaf me de mogelijkheid om een stukje van die rijkdom te reserveren voor de promotie van een soort proza, dat het in Nederland slecht doet: goed leesbare verhalen zonder boodschap en zonder diepere lagen. Vertellersproza.
Leesbare verhalen zijn in Nederland nooit populair geweest. In de Nederlandse literatuur wordt er veel belang aan gehecht dat je van een verhaal ‘iets kan meenemen’: een nieuw inzicht, een nieuw licht op het bestaan, op de mensheid, op de wereld. Iets wat je levensvisie kan veranderen.
Onze Letteren-faculteiten zijn daar op gebouwd, ook al – natuurlijk – omdat er weinig te studeren is op een verhaal dat niet meer is dan wat het is. Een boek mag vooral niet makkelijk leesbaar en direct te begrijpen zijn, is het adagium. Bij voorkeur mag het pas na 2e of 3e lezing geheel tot de lezer doordringen wat de schrijver wel of niet bedoeld kan hebben. Al op de middelbare school moeten leerlingen daar van uitgaan in hun boekverslagen. De talloze boekenclubs die Nederland telt zijn ontstaan om te helpen bij die interpretatie, maar of dat lukt weet je als lezer natuurlijk nooit zeker. Dát is volgens de gangbare opvatting het mooie van echte literatuur.
Literatuurkenner Jeroen Vullings heb ik op de radio een keer een schrijver horen complimenteren met zijn nieuwe boek. Maar, moest hem van het hart, waar het over ging was hem niet helemaal duidelijk geworden. Tja.
Ik wil nog wel eens te berde brengen dat een boek dat uitgelegd moet worden domweg niet goed geschreven is, maar krijg dan zelden adhesie.
Nogal wat schrijvers zijn er in gaan geloven dat ze een boodschap aan het publiek te brengen hebben. Maar wie de levensverhalen van schrijvers leest weet dat ze meestal zelf niets bakken van het bestaan en dus zo ongeveer de laatsten zijn aan wie je op dit punt iets kan hebben.
Ze weten van niks, net als iedereen, je mag alleen hopen dat ze dat wel beter kunnen opschrijven. Maar voor nieuwe inzichten moet je bij wetenschappers zijn, niet bij schrijvers.
Zelf heb ik in mijn werk angstvallig geprobeerd geen boodschap te brengen en schrijverswijsheden te vermijden. Ik wilde als schrijver vooral lotgenoot zijn van de lezer, beschrijven wat een mens kan overkomen en hoe je je daar tegen te weer kan stellen of eraan ten onder kan gaan. Ik wist dat ik daarin geslaagd was toen een bekende recensente van de Volkskrant schreef dat mijn verhalenbundel ‘Geluk is voor de dommen’ (2003) een mooie bundel was. Maar, voegde ze er als kritiek aan toe: “je wereldbeeld is geen millimeter verschoven” na het lezen.
Preciezer is het ingebakken probleem van onze dominees-literatuur eigenlijk niet weer te geven. Hopelijk kan de Hans Vervoort-prijs wat meer waardering brengen voor proza dat NIET beoogt iemands wereldbeeld te veranderen. Maar dat die wereld gewoon beschrijft.
Hans Vervoort