Matt Weston maakt stroeve, weerbarstige, avontuurlijke pokkeherrie. Persoonlijk vind ik dat een genot om naar te luisteren. Zijn vorige albums vond ik al erg leuk, en The last of the Six-Cylinders is ook weer zeer de moeite waard als je van het muzikale avontuur houdt. Het is dit keer maar een ep-tje geworden, maar een half uur muziek van Weston vraagt evenveel aandacht als een regulier popplaatje van twee uur. We laten van de drie composities een fragment horen, en dan kun je ook constateren dat Weston niet alleen snoeiharde grotestadsmuziek maakt, hoewel het eerste fragment zo uit een fabriekshal of op een rangeerterrein lijkt te zijn opgenomen. Het derde fragment deed mij zelfs denken aan een krakende en kreunende houten kippenschuur op een winderig en verlaten stuk platteland. Op het eerste gehoor mag het wat rommelig en slordig in elkaar geflanst klinken, maar hoe vaker je het hoort hoe beter het in elkaar blijkt te steken en hoe geraffineerder en subtieler de details blijken te zijn. Voor de gevorderde luisteraar, met open oren.

Klik op het driehoekje om het fragment te beluisteren.