Ik had de voornaam Trey nog nooit gehoord toen er in één week ineens twee cd’s binnenkwamen van mannen die Trey heten. Het is een zwak excuus om ze ook samen te bespreken, want ze blijken totaal verschillende muziek te maken, maar vooruit.

Trey Johnson blijkt een singer/songwriter te zijn die een paar jaar in de ruige rockband Sorta gespeeld heeft. Hier, op zijn tweede soloalbum, tapt hij uit een wat breder arsenaal aan muziekstijlen, met soms een fraaie soulvolle blazerssectie, bluesy liedjes, af en toe een lekker vet jazzy orgel, wat countrylicks, maar ook vaak gewoon doorsnee poparrangementen. Alles lijkt toegesneden op het liedje. Zeker niet slecht, en de arrangementen kunnen wel wat draaibeurten hebben. Een groeiplaatje.

Trey Wright is een jazzgitarist die met zijn trio (bas en drums) ingetogen instrumentale jazz speelt. Ontspannen, maar zeker niet saai, want er gebeurt op de vierkante centimeter erg veel hier. En hoe vaker je naar dit album luistert hoe meer je hoort. Ook dit is dus, op een geheel andere manier overigens, een echt groeiplaatje. De composities klinken in eerste instantie vrij simpel, maar het samenspel en de inventiviteit waarmee er wordt ingevuld zijn soms adembenemend mooi. Luister in beide gevallen eens wat vaker naar de fragmenten.

Klik op het driehoekje om het fragment te beluisteren.