Watermelon Slim kwam pas op latere leeftijd helemaal los, maar toen hij zijn draai eenmaal gevonden had was er ook geen houden meer aan. Zijn platenlabel, het onvolprezen Northern Blues, laat hem in al zijn gretigheid gelukkig ook volledig loos gaan, en dat levert het ene na het andere prachtige, rauwe, op de blues gebaseerde juweeltje op. Slim speelt zelf mondharmonica en dobro en heeft de stem van een tandeloze zwerver, maar zijn liedjes zijn van een ongeëvenaarde levenslust en energie. Voor Ringers greep Slim terug op de countrymuziek van de jaren zeventig, toen de wat softere countryrock van de sixties opgevolgd was door ruigere mannen als Merle Haggard. Ruim baan voor de steelguitar, maar Slim heeft de blues diep in de botten zitten, en de rock is ook nooit ver weg. Slim speelt hier met de beste sessiemuzikanten die er in Nashville te vinden zijn – van Darrell Scott en Kenny Malone tot Kevin McKendree en Stuart Duncan. De kenners zitten nu al te kwijlen. Luister naar de fragmenten en je begrijpt waarom.

Luister dan ook meteen even naar de teksten in die fragmenten en je weet hoe de oorlogsveteraan Bill Homans, die zwaar gewond raakte in Vietnam en later een hartaanval overleefde, in het leven staat. “It was most of it magic and some of it tragic, but I had a good life all the way” en “suicide is no way to reach nirvana”, over Kurt Corbain. Daar hebben we verder weinig meer aan toe te voegen. Een plaat die nu al in het vak “klassiekers” staat in onze kast.

Klik op het driehoekje om het fragment te beluisteren.