The Believer is een maandblad dat over het algemeen vooral over boeken en lezen gaat. Het dubbelnummer van maart/april 2008 gaat over film, en je vindt er onder meer een zeer uitgebreid essay in over George Sluizers film Spoorloos uit 1988, dat hier wordt beschreven als een bizarre kleine Nederlandse thriller, die onder de huid kruipt en genoeg stof tot nadenken geeft, onder meer over de Amerikaanse oorlogsavonturen van de laatste jaren. Een intrigerend stuk, maar het is licht verbazingwekkend dat juist in dit normaalgesproken literaire blad niet één keer gerefereerd wordt aan het boek Het Gouden Ei van Tim Krabbé dat toch vrij direct gevolgd wordt in de film. Over de Amerikaanse remake die Sluizer later maakte “the less said the better”, en daar ben ik het geheel mee eens. De oorspronkelijke afloop was voor Amerikanen blijkbaar iets te verontrustend. De originele versie van Spoorloos is ondertussen een soort cultfilm geworden.

Dit essay is slechts een van de redenen om het blad aan te schaffen. Nick Hornby’s vaste column is voor deze ene keer omgedoopt in “Stuff I’ve been watching” in plaats van “reading”, maar even intrigerend om te lezen als anders. Bovendien is er een dvd aan het nummer toegevoegd waarin een Slovaakse psycho-analist op een, laten we zeggen, opmerkelijke manier, films analyseert, tegen ons pratend vanuit plekken die we uit die films kennen – de boot waarin Tippi Hedren zit in het begin van Hitchcock’s The Birds, de hotelkamer uit The Conversation met Gene Hackman, de kille slaapkamer in The Exorcist. De onvermijdelijke conclusie na het betoog van Slavoj Zizek, zittend op het toilet uit The Conversation dat in die film overstroomt met bloed, is erg grappig. De titel van deze alternatieve geschiedenis van de cinematografie is overigens The Pervert’s Guide to Cinema.