In de Rommelmarkt, waar we elke week wel wat leuks vinden, vond ik dit keer een perfect exemplaar van het boek Drei Männer im Schnee van Erich Kästner. Het was de “autorisierte gekürzte Schulausgabe” waarmee ik meer dan vijfendertig jaar geleden Duits leerde. Dat was dus even een dikke sprong terug in de tijd. Ik zat, na een jaar gymnasium en twee keer in de tweede klas van de HBS op de MULO, en dat was een verademing, vooral door de zeer plezierige sfeer op die school. Duits werd gegeven door een droogkomische leraar die ook biologie gaf, en die het liefst uitgebreid vertelde hoe hij in zijn vakanties in Frankrijk met een stokje elke koeienvlaai doorroerde op zoek naar kevertjes. Voor Duits moest er steeds een bladzijde “Schwere Wörter” uit het hoofd geleerd worden, maar hij overhoorde keurig op het rijtje af, en je wist dus wanneer je aan de beurt was en wanneer je echt even moest leren. Totdat hij op een dag besloot dat principe los te laten en ergens in het midden van de rij een naam te prikken. Mijn naam. Ik wist niet één woord. Een totale blackout. Maar de man ging gewoon het hele rijtje langs en besloot dat ik vanaf nu Willem de Zwijger was. Hij noemde me ook consequent Willem vanaf die dag…

Drei Männer im Schnee is een knus verhaal van Erich Kästner, dat we helemaal klassikaal doorlazen. Het is een eenvoudig, makkelijk te begrijpen verhaal dat, doordat Kästner een goede en zeer humoristische schrijver is, het vak Duits iets minder vervelend maakte.
Een paar jaar later zag ik bij toeval de film die naar het boek gemaakt is, en het was de absolute knusfilm in optima forma. Hij is helaas niet op dvd verkrijgbaar – je kunt hem wel voor dik honderd euro tweedehands op video kopen.
Het verhaal in het kort – een arme maar slimme jongen wint een verblijf van een week in een hotel in de bergen. Daar treft hij twee mannen die ook zo’n prijs hebben gewonnen en hij sluit vriendschap met de twee. Die anderen zijn echter geen arme sloebers, zoals de jongen denkt, maar de directeur van het bedrijf dat de prijsvraag uitschreef en zijn secretaris. De directeur is er anoniem, en de secretaris is door de dochter meegestuurd om een oogje in het zeil te houden. Kortom, genoeg materiaal om een Theater van de Lach-achtige film te maken, zou je zeggen. Kästner en de filmmakers en acteurs weten er echter levende mensen van te maken, en dat maakt het een feel-goodmovie waar ik zeer van kon genieten.
Een film voor een regenachtige zondagmiddag waar je dan met een behaaglijk gevoel op terugkijkt.