
steven spielberg en de debilisering van de filmindustrie
Het valt tegenwoordig niet mee om in de bioscoop een film te gaan bekijken die gemaakt is voor volwassenen. Ze zijn er nauwelijks of niet meer, en zeker de Amerikaanse films lijken allemaal gemaakt voor een puberpubliek. Een willekeurige filmladder van Groningen van deze week (eind juli/begin augustus) geeft het verpletterende bewijs. Een science fictionfilm met Will Smith, de zoveelste Koning Arthurfilm, een verfilmde poppenserie (Thunderbirds), een verfilmd stripverhaal (Spiderman), een dierenfilm (Two Brothers, over twee tijgers), een verfilmd kinderboek (Shrek), nog een verfilmd kinderboek (Harry Potter) en het verhaal van Troje. Allemaal kinder- of jeugdfilms, waarvan sommigen in de krant worden aangeprezen als meesterwerk (Spiderman, Harry Potter). Maar geen normale film voor volwassenen te bekennen.
Dat komt allemaal door de man die door sommigen wordt aangezien voor een Groot Regisseur – Steven Spielberg. Dat Spielberg de meest succesvolle regisseur ooit is, dat is duidelijk, maar goed? Tja. Dat is behoorlijk relatief, vind ik. Het is net alsof je de boeken van Thea Beckmann ineens tot de Grote Literatuur zou gaan rekenen, en iedereen roept dat het meesterwerken zijn. Beckmann schrijft prima jeugdboeken, maar literatuur? Toch is de invloed van Spielberg zo groot dat er nu alleen nog maar jeugdfilms gemaakt lijken te worden in Amerika. En niet alleen daar.
E.T, Indiana Jones en Jurrasic Park zijn vermakelijke kinder- en puberfilms die ervoor hebben gezorgd dat dit type film ineens serieus werd genomen omdat er groot geld mee te verdienen viel. Sindsdien zijn we werkelijk overstelpt met de meest verschrikkelijke onzin op science fictiongebied (Star Wars), verfilmingen van stripverhalen (Batman, Spiderman, Flintstones en nog veel meer) en heel veel avonturenfilms. En ze worden in serieuze kranten lovend gerecenseerd alsof het echte goede films voor volwassenen zijn, terwijl je voor kwaliteitsfilms bent aangewezen op de kleine zaaltjes van filmhuizen.
Het is een ontwikkeling die niet valt te stoppen, vrees ik, en als ik behoefte heb aan wat onnozel vermaak kom ik prima aan mijn trekken, maar soms smacht ik ernaar weer eens serieus genomen te worden door bioscoophouders.