
je veux voir - ik wil kijken...
In de film Je veux voir (Ik wil kijken) gebeurt extreem weinig. Een beroemde actrice, Catherine Deneuve, wil zuidelijk Libanon zien en wordt in een auto rondgereden door de acteur Rabih Mroué. De conversatie is vrij minimaal. “Zijn dit de ruïnes van de laatste oorlog?” “Nee, deze zijn van de oorlog daarvoor”.
Meestal kijk je gewoon met Deneuve mee, en zie je om te beginnen een verwoest Beiroet, dat verwoest is door een burgeroorlog. Dan gaat het, door soms adembenemend mooi landschap, via volledig verwoest dorpen (onder meer het dorp waar Mroué opgroeide en waar hij zelf niets meer herkent) naar het zuiden.
De ontregelingen onderweg overvallen je als kijker net zo onverhoeds als Deneuve. Je realiseert je gaandeweg dat de mensen in dit verscheurde land weliswaar kalm verder lijken te leven, maar dat iedereen onder grote en constante spanning leeft. Er wordt nog berustend gereageerd als er verboden wordt te filmen bij een verwoest groot gebouw, maar de paniek slaat toe bij de volgploeg als de auto met Deneuve en haar chauffeur onverwacht een onbeveiligde weg inslaat, waar wel eens mijnen zouden kunnen liggen. Dan moet er even heel snel en heel behoedzaam geopereerd worden.
Later schrikt Deneuve van een laagvliegend Israëlisch vliegtuig dat de geluidsbarriëre doorbreekt, naar het lijkt vooral om de schrik er in te houden.
De film eindigt met prachtige maar deprimerende beelden van een compleet verwoeste stad die binnenkort onder zee zal verdwijnen. Beelden die je bijblijven. Je veux voir is een langzame film die onder de huid kruipt, juist doordat er zo weinig gebeurt. Indrukwekkend, huiveringwekkend.
-
Internationaal Film Festival Rotterdam Presenteert: Je veux voir – een film van Joana Hadjithomas en Khalil Joreige – Tiger Releases – Speciale jubileumuitgave 40e editie IFFR 2011 – Filmfreaks
Rabih Mroué wil Catherine Deneuve het dorp laten zien waar hij als kind woonde – het is volledig verwoest, en hij herkent er niets.
In Beiroet – “zijn dit de ruïnes van de laatste oorlog?” “Nee, deze zijn van de oorlog daarvoor…”