
bijboekjes
Bijboekjes zijn er in verschillende soorten, en soms zijn ze zo voordehandliggend dat je je afvraagt waarom het fenomeen niet veel wijder verspreid is. Hier een paar voorbeelden van verschillende soorten bijboekjes. Bepaalde categorieën laten we nu even buiten beschouwing, zoals een boek dat geschreven werd als reactie op een ander boek (je zou een hele lijst kunnen maken van boeken die je als “bijboeken” van De Lof der Zotheid zou kunnen aanmerken), of verschillende vormen van plagiaat, waarbij je de plagiatoren als bijboeken naast het originele werk in je boekenkast zou kunnen zetten. De categorie die hier ook buiten beeld blijft is die van de “boeken over…”, zoals de dikke pil over de rol van fotografie bij WG Sebald, of alle literatuurstudies over bepaalde boeken of schrijvers. Dat zijn geen bijboekjes meer.
Foto’s
In een boek waar eigenlijk foto’s in thuishoren maar dat vooral uit tekst bestaat zijn foto’s vaak de sluitpost – ze worden ofwel op het daarvoor niet geschikte “tekstpapier” afgedrukt waardoor ze niet tot hun recht komen, ofwel in een apart katern ondergebracht dat het boek instabiel maakt – het andere, gladdere, vaak dikkere papier zorgt ervoor dat zo’n boek sneller uit elkaar valt. Een prima oplossing is dan een apart boekje maken waarin de foto’s wél goed tot hun recht komen. Zo’n boekje is De onzichtbaren in beeld, waarin we de kleurenfoto’s van Jan Bogaerts te zien krijgen die horen bij De onzichtbaren van Karel Glastra van Loon. Je moet ze nu apart aanschaffen – ideaal zou wat mij betreft een koppelverkoop zijn.
Naschrift
Een naschrift van de schrijver zou je normaalgesproken in een volgende druk van een boek verwachten. Dat zou echter betekenen dat iedereen die een boek met enthousiasme gelezen heeft en daardoor nieuwsgierig is naar wat de schrijver verder nog te melden heeft altijd een nieuwe druk van dat boek zou moeten aanschaffen. Veel eleganter is daarom de oplossing die bij Umerto Eco’s Naschrift bij De Naam Van De Roos (ooit werd de Nederlandse versie van Eco’s bestseller door Hub. Hubben omschreven als het boek met het lelijkste boekomslag ooit) werd gekozen – een apart boekje dat je los kunt aanschaffen, en dat idealiter bij elke nieuwe druk gratis wordt toegevoegd.
Informatie
Jaren geleden bracht uitgeverij Meulenhoff een tijd lang elk kwartaal een voordelige editie van een literair boek uit, dat vergezeld werd van een informatief boekje over de auteur en zijn werk. Een uitstekend initiatief, want ik raadpleeg die uitstekende boekjes nog steeds met enige regelmaat, en ik ben er bijvoorbeeld Michel Tournier door gaan lezen – een schrijver voor het leven, wat mij betreft. Dat geldt ook voor Mario Vargas Llosa. Wat mij betreft dus een initiatief dat snel weer opgepakt zou moeten worden.
Extra’s
Wellicht geïnspireerd door de extra’s die je tegenwoordig wel op dvd’s kunt aantreffen bracht uitgeverij Querido, toen K Schippers voor Waar was je nou de Librisprijs gewonnen had, een boekje met extra’s uit. Je vindt er precies wat je zou kunnen verwachten – een interview met de schrijver, een paar foto’s bij scenes uit het boek en een niet eerder gepubliceerd hoofdstuk. Leuke extraatjes dus, voor de liefhebber. Mogen ze wat mij betreft veel vaker doen.
Reactie
Geert Mak bracht een tijd geleden een pamflet uit als tegengas voor Wilders en Verdonk. De titel was “Gedoemd tot kwetsbaarheid”, en er werd uit bepaalde kringen fel gereageerd op dit uiterst fatsoenlijke essay. Nagekomen flessenpost is een reactie op al die emotionele en soms wel erg slordige kritiek. Te vergelijken met het woord van verweer dat je vroeger regelmatig onder boze ingezonden brieven in de krant zag staan, waarbij de schrijver van het artikel waar de lezers verontwaardigd op reageerden nog eens mocht uitleggen wat hij nou precies bedoelde. In dit geval is het een bijboekje geworden.
Gebruiksaanwijzing
Een stap verder dan een informatieboekje dat je een beetje inleidt in leven en werk van een schrijver is de handleiding of gebruiksaanwijzing. Ik ken er eigenlijk maar één, en dat is het dunne boekje dat Manet van Montfrans schreef met de bedoeling het werk van Georges Perec toegankelijker te maken – Georges Perec, een gebruiksaanwijzing. Dat is, vrees ik, niet helemaal gelukt. Perec schreef boeken die zeer ingenieus in elkaar steken, met puzzels en constructies die van het lezen een uitdaging maken, en een spel. Daar moet je niet al te veel bij gaan uitleggen, al doet Montfrans je wel realiseren dat je toch vrij veel over het hoofd hebt gezien. Toch krijg je het gevoel dat er een mop wordt uiitgelegd, en dat maakt de grap nooit leuker.
Interne bijboekjes
Als er kaarten bij een boek horen, of een verklarende woordenlijst of een uitgebreid notenapparaat, zie je vaak dat er naar de oplossing van een apart boekje wordt gegrepen, dat soms meegebonden wordt, zoals het zeer slimme ingenieuze boekje dat achterin Panorama Nederland verstopt zit, en dat je uit kunt klappen rechts naast het boek. Vaak wordt het boekje ook achterin met een lintje bijgevoegd, of wordt er gewoon een klein boekje of schriftje met het volledige notenapparaat of een verklarende woordenlijst ingeschoven, soms met een schuin, ingeplakt kartonnetje dat als envelopje fungeert, maar ook wel gewoon los. Vroeger zat er zelfs bij de grote Bos-atlas een groot los katern waarin je alles kon opzoeken, zodat je niet steeds heen en weer hoefde te bladeren. Die bijlage was op goedkoper papier gedrukt en zag er dan ook binnen de kortste keren zeer beduimeld uit.