over schrijversbiografieën
Er zijn bepaalde schrijvers die ik zo goed vind dat ik graag meer over ze wil weten. Nu ben ik de afgelopen tijd twee keer hopeloos in een biografie blijven steken, van twee zeer uiteenlopende schrijvers, waardoor ik me ben gaan afvragen of het nu aan de biograaf ligt of aan het volstrekt oninteressante leven van de schrijver in kwestie. Het antwoord is wat genuanceerder, denk ik.
Hendrik de Vries is een van de opmerkelijkste Nederlandse dichters, onder meer omdat hij weigerde met zijn tijd mee te gaan. Hij schold de vijftigers zelfs in rijm uit, waardoor hij de reputatie kreeg een reactionair dichter te zijn. De Vries woonde vrijwel zijn hele, bijna honderd jaar durende, leven, in hetzelfde dorp waar ik nu woon, Haren. Ik fietste vroeger, toen hij nog leefde, vaak langs zijn huis met de verwilderde tuin, en dat intrigeerde me, net zoals zijn gedichten me intrigeerden. Ik begon dan ook nieuwsgierig aan de bijna zevenhonderd pagina’s dikke biografie die Jan van der Vegt over de dichter schreef. Van der Vegt doet het zeker niet slecht, want hij heeft het bijvoorbeeld veel over de gedichten van De Vries, en er wordt niet naar sensationele geheimen uit zijn vrij onopmerkelijke leven gewroet. Het probleem is echter dat het vrij saaie leven van Hendrik de Vries ook in dit boek saai blijft. Alle details maken het eigenlijk vooral nog saaier. Op een derde van het boek ben ik weer overgestapt op de gedichten van De Vries, met het voornemen met kleine hapjes de biografie verder te lezen als het zo uitkomt. Mijn nieuwsgierigheid was op dat moment aardig geblust, moet ik bekennen.
JL Carr heeft een oeuvre kleine boeken bij elkaar geschreven die het beeld oproepen van een zeer Engelse meneer met veel gevoel voor humor en vooral veel oog voor detail. Kleine zaken weet hij zo te beschrijven dat ze hun waarde krijgen, en je kunt tussen de regels door concluderen dat Carr een echte levensgenieter op de vierkante centimeter was. Uit de biografie die Byron Rogers over Carr schreef blijkt dat nergens. Rogers lijkt vooral geïmponeerd door het feit dat Carr een paar belangrijke literaire prijzen won, maar hij heeft totaal geen oog voor wat de schrijver Carr nu precies zo goed maakt. Zijn leven wordt, in de handen van deze humorloze biograaf, die juist geen enkel gevoel voor detail heeft, het saaiste leven dat je je maar kunt bedenken, terwijl je uit zijn boeken weet dat de werkelijkheid anders is. Halverwege de biografie heb ik het boek kwaad in een hoek gesmeten, want geen enkele schrijver verdient zo’n liefdeloze en miskleunende biograaf. Gelukkig hebben we Carrs boeken nog. Die ben ik gaan herlezen om de oude Carr weer terug te vinden. En misschien is dat wel het probleem – een echt goede schrijver verdraagt alleen maar een net zo goede schrijver als biograaf, en die zijn helaas behoorlijk zeldzaam.
- Jan van der Vegt – Hendrik de Vries Biografie – Uitgeverij Meulenhoff ISBN 90 290 7863 4
- Byron Rogers – The Last Englishman – The Life Of JL Carr – Aurum ISBN 1-85410-838-7