zalig schrijfpapier - duoboeken
Er bestaat een apart genre boeken dat door duo’s is geschreven. Ik bedoel dan niet duo’s die samen een boek schrijven, als Sjöwall en Wahloo of Nicci French, en waarbij je niet meer kunt zien wie nu eigenlijk precies wat geschreven heeft. Ook boeken met gewone brieven vallen er niet onder, al zijn brievenboeken waarin de correspondentie van beide kanten is opgenomen ook vrij zeldzaam. Het gaat mij om duo’s die op elkaar reagerend samen een boek maken. Ik ken in Nederland eigenlijk maar drie boeken die aan die beschrijving voldoen, en die drie zijn erg leuk.
128 vel schrijfpapier is een boek dat ontstond toen C Buddingh’ en K Schippers elkaar van tijd tot tijd iets gingen toesturen, zomaar, omdat ze er zin in hadden. Dat leverde een boek op vol gedichten, anekdotes, tekeningen, cartoons, schaakpartijen en andere teksten, die vaak, maar niet altijd, een reactie zijn op de vorige tekst. En dat laatste, dat associatieve, maakt dat het boek, hoewel het volledig uit losse fragmenten bestaat, een eigenaardig soort samenhang krijgt.
Zalig zijn de schelen van Herman Pieter de Boer en Betty van Garrel is op een enigszins vergelijkbare manier ontstaan. De twee ontdekten dat ze allebei een zwak hadden voor schele of loensende mensen. Daarmee begon een uitwisseling van vooral anekdotes, die alle kanten opgaat, en die in ieder geval tot het eind toe vermakelijk is. De Boer en van Garrel zijn misschien minder goede schrijvers, maar ze maken dat ruimschoots goed door de pretentieloze aanpak, die toch ook weer aan die van Buddingh’ en Schippers doet denken. Aan de andere kant worden de anecdotes afgewisseld met soms heel persoonlijke autobiografische geschiedenissen die heel ontroerend zijn – je merkt dat de twee schrijvers elkaar vertrouwen en elkaar willen blijven boeien met hun verhalen – er is duidelijk sprake van een “klik” en dat merk je als lezer ook.
We laten hier twee bladzijden uit Zalig zijn de schelen zien, zodat je een beetje een idee krijgt.
De man zus, de vrouw zo, van Annie MG Schmidt en Henri Knap. Ze reageren in stukjes op elkaar, en die staan haaks op elkaar in het boek, dat wil zeggen dat als je een stukje van Annie aan het lezen bent, het stukje van Henri op de tegenoverliggende bladzijde op de kop staat. Handig bij het lezen in bed…
Dat maakt het al tot een bijzonder boekje, maar ook het feit dat het boek niet echt gedateerd aandoet zegt iets over de kwaliteit van beide schrijvers.